Op 11 november 2024 heeft de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in een zaak waarbij eiseres, vertegenwoordigd door mr. H.C.Ch. Kneuvels, een beroep heeft ingesteld tegen de minister van Asiel en Migratie wegens het niet tijdig beslissen op haar asielaanvraag. De rechtbank heeft vastgesteld dat de beslistermijn is overschreden en dat er een correcte ingebrekestelling heeft plaatsgevonden. Hierdoor is het beroep gegrond verklaard. De rechtbank heeft de minister opgedragen om uiterlijk op 28 november 2024 een besluit te nemen, waarbij rekening is gehouden met de bijzondere omstandigheden van achterstanden in de behandeling van asielaanvragen.
Daarnaast heeft de rechtbank een rechterlijke dwangsom opgelegd van € 100 per dag voor elke dag dat de minister de termijn overschrijdt, met een maximum van € 7.500. Tevens zijn de proceskosten van eiseres vastgesteld op € 437,50, waarbij de rechtbank 1 punt heeft toegekend voor het indienen van het beroepschrift. De uitspraak is gedaan zonder zitting en openbaar gemaakt door middel van een geanonimiseerde publicatie.
De rechtbank heeft in haar overwegingen verwezen naar de relevante artikelen van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) en de Tijdelijke wet dwangsom, en heeft benadrukt dat de wettelijke vereisten voor het instellen van beroep tegen niet tijdig beslissen in acht moeten worden genomen. De uitspraak is van belang voor de rechtsbescherming van asielzoekers en de verplichtingen van bestuursorganen om tijdig besluiten te nemen.