ECLI:NL:RBDHA:2024:1861

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
14 februari 2024
Publicatiedatum
16 februari 2024
Zaaknummer
NL24.1862
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek voorlopige voorziening in asielzaak na beslissing op beroep

Op 14 februari 2024 heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in de zaak tussen een eiser, vertegenwoordigd door mr. D. de Vries, en de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, vertegenwoordigd door mr. J.C. Theodoulou. De eiser had een verzoek om een voorlopige voorziening ingediend, nadat zijn aanvraag voor een verblijfsvergunning asiel op 17 januari 2024 door de Staatssecretaris was afgewezen als kennelijk ongegrond. De voorzieningenrechter heeft het verzoek om een voorlopige voorziening behandeld tijdens een zitting op dezelfde datum. De eiser en zijn gemachtigde zijn echter niet verschenen, terwijl de verweerder wel vertegenwoordigd was.

De voorzieningenrechter heeft het verzoek om voorlopige voorziening afgewezen, omdat er op dezelfde dag al een uitspraak was gedaan in de hoofdzaak, zaaknummer NL24.1861. Hierdoor was een voorlopige voorziening niet meer nodig. De rechter heeft ook aangegeven dat er geen aanleiding is voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar uitgesproken door mr. G.P. Loman, in aanwezigheid van mr. M.M.A.F.C. Lienaerts, griffier. Deze uitspraak is bekendgemaakt op 14 februari 2024 en tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.

Uitspraak

proces-verbaal uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Utrecht Bestuursrecht zaaknummer: NL24.1862
proces-verbaal van de mondelinge uitspraak van de voorzieningenrechter in de zaak tussen

[eiser] , V-nummer: [V nummer] , eiser (gemachtigde: mr. D. de Vries),

en
de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder (gemachtigde: mr. J.C. Theodoulou).

Procesverloop

In het besluit van 17 januari 2024 heeft verweerder de aanvraag van verzoeker om een verblijfsvergunning asiel afgewezen als kennelijk ongegrond.
Verzoeker heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld. Hij heeft de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen.
De voorzieningenrechter heeft het verzoek, tezamen met de zaak NL24.1861, op 14 februari 2024 op zitting behandeld. Verzoeker en zijn gemachtigde zijn, met bericht van verhindering, niet verschenen. Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde.

Beslissing

De voorzieningenrechter wijst het verzoek om voorlopige voorziening af.

Overwegingen

1. Bij uitspraak van vandaag, zaaknummer NL24.1861, heeft de rechtbank uitspraak gedaan op het beroep. Een voorlopige voorziening is daarom niet meer nodig. De voorzieningenrechter wijst het verzoek om die reden af. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.
Deze uitspraak is uitgesproken in het openbaar op 14 februari 2024 door mr. G.P. Loman, rechter, in aanwezigheid van mr. M.M.A.F.C. Lienaerts, griffier.
zaaknummer: NL24.1862
2
Dit proces-verbaal is bekendgemaakt op:
14 februari 2024

Documentcode: [Documentcode]

Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.