ECLI:NL:RBDHA:2024:18849
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van het beroep tegen het niet tijdig nemen van een besluit op een asielaanvraag
In deze zaak heeft eiser op 11 september 2024 beroep ingesteld tegen het niet tijdig nemen van een besluit op zijn asielaanvraag, die op 24 februari 2023 was ingediend. De rechtbank had eerder, op 31 mei 2024, het beroep van eiser gegrond verklaard en verweerder opgedragen om binnen twee weken een besluit te nemen. Eiser heeft echter opnieuw beroep ingesteld op 21 juni 2024, omdat verweerder niet tijdig had beslist. De rechtbank heeft in deze uitspraak geoordeeld dat, volgens vaste jurisprudentie, een ingebrekestelling vereist is bij het eerste beroep tegen het niet tijdig nemen van een besluit. Echter, wanneer de rechtbank al een termijn heeft gesteld en deze niet is nageleefd, is een nieuwe ingebrekestelling niet nodig.
De rechtbank heeft vastgesteld dat verweerder tot en met 14 juni 2024 de tijd had om een besluit te nemen, maar dat er geen besluit is genomen. Hierdoor kon verweerder pas vanaf 15 juni 2024 een dwangsom verbeuren. Aangezien het beroep van eiser te vroeg was ingediend, is het beroep kennelijk niet-ontvankelijk verklaard. De rechtbank heeft ook bepaald dat verweerder geen proceskosten hoeft te vergoeden. Deze uitspraak is gedaan op 14 november 2024 door mr. A.C.J. van Dooijeweert, rechter, en is openbaar gemaakt via een geanonimiseerde publicatie.