ECLI:NL:RBDHA:2024:18991
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van het beroep tegen het niet in behandeling nemen van een asielaanvraag op basis van de Dublinverordening
In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank het beroep van eiser tegen het niet in behandeling nemen van de aanvraag tot het verlenen van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd. De minister heeft de aanvraag met het bestreden besluit van 5 september 2024 niet in behandeling genomen omdat Zwitserland verantwoordelijk is voor de aanvraag. De rechtbank doet op grond van artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) uitspraak zonder zitting. Het verzoek van eiser om een voorlopige voorziening te treffen staat geregistreerd onder het zaaknummer NL24.35078, waarop bij afzonderlijke uitspraak wordt beslist.
De rechtbank verklaart het beroep ongegrond, wat betekent dat eiser ongelijk krijgt en het niet in behandeling nemen van zijn aanvraag in stand blijft. De Europese Unie heeft gezamenlijke regelgeving over het in behandeling nemen van asielaanvragen, vastgelegd in de Dublinverordening. Deze verordening stelt dat de minister een asielaanvraag niet in behandeling neemt als is vastgesteld dat een andere lidstaat verantwoordelijk is voor de behandeling daarvan. In dit geval heeft Nederland bij Zwitserland een verzoek om terugname gedaan, dat door Zwitserland is aanvaard.
De rechtbank overweegt dat de algemene stelling van eiser dat de zienswijze als herhaald en ingelast dient te worden beschouwd, onvoldoende is om te worden aangemerkt als een beroepsgrond. Eiser stelt dat hij in Zwitserland niet de adequate opvang heeft gekregen en dat hij onvoldoende is ondersteund in de asielprocedure. De rechtbank concludeert dat eiser niet heeft aangetoond dat er ernstige tekortkomingen zijn in het asiel- en opvangsysteem in Zwitserland, die een reëel risico op schending van zijn rechten met zich meebrengen. De rechtbank oordeelt dat de minister niet verplicht was tot nader onderzoek en dat de beschikking op deze punten afdoende is gemotiveerd. Het beroep is ongegrond en eiser krijgt geen vergoeding van zijn proceskosten.