Uitspraak
uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen
[naam], eiseres,
de minister van Asiel en Migratie, de minister.
Overwegingen
29 maart 2024 het beroep tegen het niet tijdig beslissen gegrond verklaard en daarbij aan de minister een beslistermijn van vier weken opgelegd. Daarbij is eveneens een dwangsom opgelegd van € 100,- voor elke dat dat de minister deze beslistermijn zou overschrijden, met een maximum van € 7.500,-.
Beoordeling door de rechtbank
28 oktober 2024 heeft de rechtbank de minister verzocht binnen twee weken, dus uiterlijk op maandag 11 november 2024, te laten weten wat de stand van zaken is. De minister heeft hier geen reactie op gegeven en daarmee geen duidelijkheid geboden over de stand van zaken met betrekking tot de aanvraag van eiseres. Daarom zal de rechtbank bepalen dat de minister binnen acht weken na de dag van bekendmaking van deze uitspraak een besluit bekend dient te maken op de aanvraag van eiseres.
Conclusie en gevolgen
Beslissing
- verklaart het beroep gegrond;
- vernietigt het, met een besluit gelijk te stellen, niet tijdig nemen van een besluit;
- draagt de minister op om binnen acht weken na bekendmaking van deze uitspraak alsnog een besluit op de aanvraag bekend te maken;
- bepaalt dat de minister aan eiseres een dwangsom van € 100,- moet betalen voor elke dag waarmee zij de hiervoor genoemde termijn overschrijdt, met een maximum van
- draagt de minister op het betaalde griffierecht van € 187,- aan eiseres te vergoeden;
- veroordeelt de minister in de proceskosten van eiseres tot een bedrag van € 437,50.
mr.B.A. Smit, griffier en openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie
op rechtspraak.nl.