ECLI:NL:RBDHA:2024:19169
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- H. Hanssen - Telman
- Rechtspraak.nl
Afwijzing asielaanvraag wegens gebrek aan procesbelang na vertrek van eiser
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 19 november 2024 uitspraak gedaan in een beroep tegen een besluit van de minister van Asiel en Migratie. De minister had op 27 september 2024 de aanvraag van eiser tot het verlenen van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd afgewezen als ongegrond. Eiser heeft hiertegen beroep ingesteld, maar de rechtbank heeft het beroep niet-ontvankelijk verklaard.
De rechtbank heeft vastgesteld dat eiser op 7 november 2024 met onbekende bestemming is vertrokken, zonder de minister of zijn gemachtigde op de hoogte te stellen van zijn verblijfplaats. De gemachtigde van eiser heeft op 11 november 2024 aangegeven geen contact meer te hebben met eiser. De rechtbank heeft zich gebaseerd op vaste rechtspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, die stelt dat wanneer een vreemdeling met onbekende bestemming vertrekt, er in principe vanuit kan worden gegaan dat hij geen prijs meer stelt op de bescherming die hij aanvankelijk zocht.
Aangezien eiser de opvang heeft verlaten en geen contact meer heeft met zijn gemachtigde, concludeert de rechtbank dat eiser geen procesbelang meer heeft bij de inhoudelijke behandeling van het beroep. De rechtbank heeft ook geen gronden gevonden om van deze conclusie af te wijken. Daarom is het beroep niet-ontvankelijk verklaard. Er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling en partijen zijn gewezen op de mogelijkheid om in hoger beroep te gaan tegen deze mondelinge uitspraak.