Uitspraak
uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen
[naam], eiseres,
[naam],
[naam],
[naam],
de minister van Asiel en Migratie, de minister.
Overwegingen
8 februari 2024 het beroep tegen het niet tijdig beslissen gegrond verklaard en daarbij aan de minister een beslistermijn van acht weken opgelegd. Indien binnen deze termijn van acht weken zou blijken dat nader onderzoek zou moeten plaatsvinden, oordeelde de rechtbank dat binnen twintig weken een besluit bekend moest worden gemaakt. Daarbij is eveneens een dwangsom opgelegd van € 100,- voor elke dag dat de minister deze beslistermijn zou overschrijden, met een maximum van € 7.500,- .
Beoordeling door de rechtbank
Beslissing
- verklaart het beroep, voor zover gericht tegen het niet tijdig nemen van een besluit, niet-ontvankelijk;
- verklaart het beroep, voor zover gericht tegen het besluit van 22 oktober 2024, ongegrond;
- draagt de minister op het betaalde griffierecht van € 187,- aan eiseres te vergoeden;
- veroordeelt de minister in de proceskosten van eiseres tot een bedrag van € 437,50.