Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
[eiser], eiser,
Procesverloop
Overwegingen
Beslissing
www.rechtspraak.nl
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 21 november 2024 uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke procedure betreffende de asielaanvraag van eiser, die van Algerijnse nationaliteit is. Eiser had op 28 augustus 2024 asiel aangevraagd in Nederland, maar de minister van Asiel en Migratie heeft de aanvraag niet in behandeling genomen, omdat Duitsland verantwoordelijk zou zijn voor de behandeling op basis van de Dublinverordening. Eiser heeft hiertegen beroep ingesteld.
De rechtbank oordeelt dat de minister terecht heeft gesteld dat Duitsland verantwoordelijk is voor de behandeling van de asielaanvraag, aangezien eiser eerder asiel heeft aangevraagd in Duitsland en zijn aanvraag daar niet heeft ingetrokken. De rechtbank wijst erop dat de minister op basis van de Dublinverordening een verzoek om terugname heeft gedaan aan Duitsland, dat dit verzoek heeft geaccepteerd. Eiser heeft niet aannemelijk gemaakt dat hij in een slechtere positie komt te verkeren door de overdracht aan Duitsland, noch dat er bijzondere omstandigheden zijn die toepassing van artikel 17 van de Dublinverordening rechtvaardigen.
De rechtbank concludeert dat het beroep ongegrond is, omdat eiser niet heeft aangetoond dat hij geen toegang heeft tot rechtsbijstand in Duitsland en dat de Duitse autoriteiten hun verdragsverplichtingen niet nakomen. De rechtbank heeft geen aanleiding gezien om een proceskostenvergoeding toe te kennen. De uitspraak is openbaar gemaakt en partijen zijn geïnformeerd over de mogelijkheid tot hoger beroep.