ECLI:NL:RBDHA:2024:19742

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
26 november 2024
Publicatiedatum
28 november 2024
Zaaknummer
NL24.40034
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Proces-verbaal
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Niet-ontvankelijkheid van het beroep van een vreemdeling wegens ontbreken van procesbelang

In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 21 november 2024 uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke procedure betreffende een vreemdeling. De eiser, vertegenwoordigd door zijn gemachtigde mr. M.B. van den Toorn-Volkers, had beroep ingesteld tegen een besluit van de minister van Asiel en Migratie, dat zijn aanvraag als kennelijk ongegrond had afgewezen. De rechtbank heeft de zaak behandeld op zitting, maar zowel de eiser als zijn gemachtigde zijn niet verschenen. De minister was vertegenwoordigd door zijn gemachtigde.

De rechtbank heeft het beroep niet-ontvankelijk verklaard, omdat eiser geen procesbelang meer had. Dit oordeel is gebaseerd op het feit dat eiser sinds de opheffing van zijn bewaring op 25 oktober 2024 geen contact meer heeft gehad met zijn gemachtigde en zich ook niet heeft gemeld bij het COA voor opvang. De rechtbank heeft vastgesteld dat eiser niet heeft laten blijken dat hij nog prijs stelt op de door hem verzochte bescherming in Nederland. Hierdoor ontbrak het aan een rechtens te beschermen belang bij de beoordeling van het bestreden besluit.

De rechtbank heeft voorts overwogen dat er geen aanleiding is voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gemaakt en er is een rechtsmiddel tegen deze uitspraak, waarbij hoger beroep kan worden ingesteld bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State binnen één week na bekendmaking van het proces-verbaal.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Middelburg
Bestuursrecht
zaaknummer: NL24.40034
proces-verbaal van de mondelinge uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen

[eiser] , eiser

V-nummer: [V-nummer]
(gemachtigde: mr. M.B. van den Toorn-Volkers),
en

de minister van Asiel en Migratie, verweerder,

(gemachtigde: [gemachtigde] ).

Procesverloop

Bij besluit van 7 oktober 2024 (het bestreden besluit) heeft verweerder de aanvraag van eiser in de algemene procedure afgewezen als kennelijk ongegrond.
Eiser heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld.
De rechtbank heeft het beroep op 21 november 2024 op zitting behandeld. Eiser en zijn gemachtigde zijn, met een voorafgaand bericht, niet verschenen. Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde.
Na afloop van de behandeling van de zaak ter zitting heeft de rechtbank onmiddellijk uitspraak gedaan.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep niet-ontvankelijk.

Overwegingen

1. De rechtbank verklaart het beroep niet-ontvankelijk vanwege het ontbreken van procesbelang. Hierna legt de rechtbank uit hoe zij tot dit oordeel komt en welke gevolgen dit oordeel heeft.
2. De rechtbank moet ambtshalve de vraag beantwoorden of eiser procesbelang heeft bij zijn beroep. Als eiser geen procesbelang heeft, dan beoordeelt de rechtbank het beroep niet inhoudelijk.
3. Uit vaste rechtspraak [1] volgt dat als een vreemdeling met onbekende bestemming vertrekt en niet aan verweerder laat weten waar hij verblijft, ervan wordt uitgegaan dat hij geen prijs meer stelt op de door hem aanvankelijk verzochte bescherming in Nederland. Als een vreemdeling nog wel contact onderhoudt met zijn gemachtigde laat hij daarmee blijken nog wel prijs te stellen op bescherming in Nederland en heeft hij een belang bij zijn beroep. De gemachtigde moet weten waar de vreemdeling verblijft en moet contact hebben met de vreemdeling over de verdere voortgang van de procedure en de keuzes die in dit kader moeten worden gemaakt.
4. Verweerder heeft op 20 november 2024 de rechtbank bericht dat de bewaring van eiser met ingang van 25 oktober 2024 is opgeheven. Sindsdien heeft eiser zich niet meer gemeld bij het COa voor opvang. Ook een andere verblijfplaats is niet bekend. De gemachtigde van eiser heeft op 20 november 2024 de rechtbank bericht dat zij geen contact meer heeft gehad met eiser sinds de opheffing van de bewaringsmaatregel en om die reden ook niet ter zitting zal verschijnen.
5. De gemachtigde van eiser weet dus niet waar eiser zich bevindt en heeft geen contact meer met hem over de voortgang van de procedure. Dit betekent dat eiser niet heeft laten blijken dat hij nog prijs stelt op de door hem verzochte bescherming in Nederland. Eiser heeft daarom geen rechtens te beschermen belang bij een beoordeling van de rechtmatigheid van het bestreden besluit. Daarmee is het beroep niet-ontvankelijk.
6. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.
Deze uitspraak is uitgesproken in het openbaar op 21 november 2024 door mr. A.J. de Danschutter, rechter, in aanwezigheid van mr. Ż.A. Meinert, griffier, en het proces-verbaal daarvan is openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op www.rechtspraak.nl.
Dit proces-verbaal is bekendgemaakt op:
Rechtsmiddel
Tegen deze uitspraak kan hoger beroep worden ingesteld bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State binnen één week na de dag van bekendmaking van dit proces-verbaal.

Voetnoten

1.Zie bijvoorbeeld de uitspraak van 1 juli 2024, ECLI:NL:RVS:2024:2662.