ECLI:NL:RBDHA:2024:19892
Rechtbank Den Haag
- Vereenvoudigde behandeling
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek om voorlopige voorziening in asielzaak
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 29 november 2024 uitspraak gedaan in een verzoek om een voorlopige voorziening in het kader van een asielaanvraag. De verzoeker, een burger van Bosnië en Herzegovina, had een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd, welke door de Minister van Asiel en Migratie op 28 oktober 2024 was afgewezen als kennelijk ongegrond. De verzoeker heeft hiertegen beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening. De zitting vond plaats op 15 november 2024, waarbij de verzoeker werd bijgestaan door zijn gemachtigde, mr. M.K. Bulthuis, en de minister werd vertegenwoordigd door mr. M.P. Gaal - de Groot.
De voorzieningenrechter heeft in zijn overwegingen vastgesteld dat er op dezelfde dag ook uitspraak is gedaan in de zaak NL24.42746, die betrekking heeft op het beroep van de verzoeker. Aangezien er inmiddels een uitspraak op het beroep is gedaan, is er geen noodzaak meer voor een voorlopige voorziening. Daarom heeft de voorzieningenrechter het verzoek om voorlopige voorziening afgewezen. Tevens is er geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door mr. F. Sijens, in aanwezigheid van griffier R. de Boer, en is openbaar gemaakt via een geanonimiseerde publicatie op rechtspraak.nl. Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.