ECLI:NL:RBDHA:2024:2016
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing zorgtoeslag aanvraag wegens te late indiening
In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank het beroep van eiser tegen de afwijzing van zijn verzoek om zorgtoeslag. Eiser had op 4 november 2022 een aanvraag ingediend voor zorgtoeslag over het jaar 2021, maar deze aanvraag werd door de Belastingdienst/Toeslagen afgewezen omdat deze te laat was ingediend. De rechtbank heeft vastgesteld dat de aanvraag niet tijdig was, aangezien de termijn voor het indienen van een aanvraag voor zorgtoeslag eindigde op 1 september van het jaar volgend op het berekeningsjaar, en eiser geen uitstel had gekregen voor het doen van aangifte inkomstenbelasting. De rechtbank oordeelt dat de afwijzing van de aanvraag door verweerder terecht was, omdat de wet dwingendrechtelijk is en er geen mogelijkheid is om na de uiterste datum alsnog een aanvraag te doen. Eiser's argument dat hij niet wist dat hij recht had op zorgtoeslag, werd door de rechtbank niet geaccepteerd als een geldige reden voor het niet tijdig indienen van de aanvraag. De rechtbank concludeert dat het beroep ongegrond is en dat eiser geen recht heeft op terugbetaling van griffierecht of vergoeding van proceskosten. De uitspraak is gedaan door mr. A.M.H. van der Poort-Schoenmakers op 14 februari 2024.