Uitspraak
uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen
[naam 1], V-nummer: [nummer], eiser
Inleiding
1.2. Met het bestreden besluit van 13 augustus 2024 op het bezwaar van eiser is de minister bij de afwijzing van de aanvraag gebleven. Eiser heeft tegen dit besluit beroep ingesteld bij de rechtbank. Daarnaast heeft eiser een verzoek ingediend tot het treffen van een voorlopige voorziening. Dit verzoek staat geregistreerd onder zaaknummer NL24.32674.
Beoordeling door de rechtbank
6 november 2017 heeft eiser een afgeleid verblijfsrecht gekregen als verzorgende ouder van zijn minderjarig Nederlands kind. [3] Eisers eerste zoon heet [naam 1] en is geboren op [geboortedatum]. Eisers tweede zoon heet [naam 1] en is geboren op [geboortedatum]. Het afgegeven verblijfsdocument was geldig tot
6 november 2022. Eiser heeft daarom op 1 november 2022 een aanvraag ingediend om zijn verblijfsdocument te vernieuwen. Met het bestreden besluit heeft de minister de afwijzing van de aanvraag in stand gelaten en eisers bezwaar ongegrond verklaard.
Kan eiser een geslaagd beroep doen op het arrest Chavez-Vilchez?
a) Eiser moet zijn identiteit en nationaliteit aannemelijk maken
b) Eiser heeft een kind jonger dan achttien jaar dat in het bezit is van de Nederlandse nationaliteit
c) Eiser zorgt alleen of met de andere ouder voor het minderjarige kind
d) Het kind is zo afhankelijk van eiser, dat het kind het grondgebied van de Europese Unie zou moeten verlaten als aan eiser een verblijfsrecht wordt geweigerd
5.1. In geding is de vraag of eiser voldoet aan de hierboven onder c) en d) vermelde voorwaarden.
Heeft eiser aangetoond dat hij daadwerkelijke zorg- en opvoedingstaken verricht?6. De rechtbank stelt voorop dat het in de eerste plaats aan eiser is om met concrete gegevens aannemelijk te maken dat het weigeren van verblijfsrecht aan hem in Nederland tot gevolg heeft dat zijn zoons de Europese Unie moeten verlaten. Volgens vaste jurisprudentie is voor het aannemen van een daadwerkelijke afhankelijkheidsrelatie tussen eiser en zijn minderjarige zoons vereist dat eiser meer dan marginale zorg- en opvoedtaken verricht. Als eiser slechts zorg- en opvoedtaken met een marginaal karakter verricht of alleen omgang heeft met zijn zoons, dan bestaat er geen daadwerkelijke afhankelijkheidsverhouding en lopen de zoons door de weigering van verblijf aan eiser niet het risico feitelijk te worden gedwongen het grondgebied van de Unie te verlaten. [6] Uit het beleid van de minister blijkt dat het marginale karakter van de zorg- en/ of opvoedingstaken de vreemdeling niet wordt aangerekend als hij kan aantonen dat de andere ouder de omgang met het kind frustreert. [7] 6.1. Tussen partijen bestaat in feite geen discussie dat eiser marginale zorg- en opvoedingstaken verricht. Eiser heeft in dat kader echter aangevoerd dat hij fysiek niet in staat is om (meer) zorg- en opvoedingstaken op zich te nemen omdat hij zwaar gehandicapt is door een hersenbloeding. Eiser is aangewezen op medische zorg van derden en verblijft daarom in een verpleeghuis. Dat verzorgingstaken ontbreken, zegt volgens eiser niets over het belang van de kinderen. Als vader speelt eiser een onmisbare rol in het leven van zijn twee minderjarige kinderen. Eiser heeft een verslag ingediend van een ambulant hulpverlener die tussen 2022 en 2023 de kinderen wekelijks bij de andere ouder heeft opgehaald en naar eiser heeft gebracht. Ook blijkt uit het verslag dat eiser verschillende onderwerpen met de kinderen bespreekt, hij de kinderen troost en ze manieren leert. In eisers schriftelijke verklaring van 24 juli 2024 stelt hij de kinderen iedere week op donderdag te zien tussen 16:00 en 17:30 uur. Eiser krijgt tekeningen van zijn kinderen, heeft speelgoed thuis en ze gaan regelmatig lezen, schrijven of televisiekijken. Dit volgt ook uit de verslaglegging van de ambulant hulpverlener. Met verjaardagen en de kerst krijgen de kinderen cadeautjes en eiser heeft altijd 50 euro per maand kinderalimentatie betaald aan de moeder van de kinderen.
Conclusie en gevolgen
Beslissing
I. Wolthuis, griffier, en openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie
op rechtspraak.nl.