Uitspraak
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 15 oktober 2024 in de zaken tussen
[eisers] e.a., te [woonplaats] , eisers
het college van burgemeester en wethouders van Den Haag, verweerder
[derde-partij], te [woonplaats] , vergunninghouder
Inleiding
Beoordeling door de rechtbank
Niet akkoord. De commissie acht een dakopbouw op deze locatie voorstelbaar.(…)
De onderhavige woning maakt onderdeel uit van een grotere architectonische eenheid aan een plein, deze bebouwing beslaat de [straatnaam 3] , het [straatnaam 2] en de [straatnaam 1] . De commissie onderschrijft het feit dat er zorgvuldig wordt uitgelijnd met de eerder geaccordeerde en vergunde dakopbouw voor [adres 2] . Aan de overzijde van de straat is voor [adres 6] echter ook een dakopbouw geaccordeerd en vergund. De commissie vraagt de maat van de setback ter hoogte van het dakterras over te nemen van deze dakopbouw zodat er een symmetrisch en evenwichtig straatprofiel ontstaat. (…)”