Uitspraak
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 20 februari 2024 in de zaak tussen
[eiser] , v-nummer: [nummer] , eiser
de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid,
Inleiding
Beoordeling door de rechtbank
Mag de staatssecretaris ten aanzien van Bulgarije uitgaan van het interstatelijk vertrouwensbeginsel?
Hetzelfde geldt voor de gestelde mishandeling door de Bulgaarse autoriteiten. Hierover heeft de staatssecretaris in het bestreden besluit terecht opgemerkt dat eiser de gestelde mishandeling niet heeft onderbouwd. Voor zover eiser hierin wel gevolgd moet worden merkt de rechtbank op dat uit de verklaringen van eiser weliswaar volgt dat hij heeft geïnformeerd naar de mogelijkheid om een klacht in te dienen, maar niet dat het onmogelijk is gebleken om hierover een klacht in te dienen bij de Bulgaarse autoriteiten of bij de Bulgaarse (hoogste) rechter te klagen.
Verder is onduidelijk of eiser in detentie heeft gezeten, omdat hij in het aanmeldgehoor heeft verklaard in een gesloten AZC heeft gezeten. Voor zover er wel van kan worden uitgegaan dat eiser in detentie heeft gezeten, heeft de staatssecretaris zich terecht op het standpunt gesteld dat eiser hierover kan klagen bij de autoriteiten van Bulgarije. Daarbij wijst de rechtbank erop dat uit het AIDA-rapport Update 2022 blijkt dat wanneer de asielaanvraag van aan vreemdeling in Bulgarije loopt, de vreemdeling na overdracht in beginsel niet zal worden gedetineerd. [7] Voor zover thans bekend is op de asielaanvraag van eiser nog niet beslist.. Gelet op bovenstaande mag de staatssecretaris ten aanzien van Bulgarije nog steeds uitgaan van het interstatelijk vertrouwensbeginsel.