ECLI:NL:RBDHA:2024:20729
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing aanvraag EU verblijfsdocument voor verzorgende ouder in het kader van verblijfsrecht in ander EU land
In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag op 21 juni 2024, wordt het beroep van eiser tegen de afwijzing van zijn aanvraag om een EU/EER verblijfsdocument beoordeeld. Eiser, een Palestijnse man, had een aanvraag ingediend om verblijf als verzorgende ouder bij zijn Nederlandse zoon. De staatssecretaris van Justitie en Veiligheid had deze aanvraag afgewezen op 2 juni 2023, en na bezwaar bleef de afwijzing in stand. De rechtbank behandelde de zaak op 5 juni 2024, waarbij eiser, zijn gemachtigde, en de gemachtigde van verweerder aanwezig waren. Eiser stelde dat hij recht had op verblijfsrecht op basis van zijn zorg voor zijn kind, maar de rechtbank oordeelde dat hij niet voldeed aan de voorwaarden van het arrest Chavez-Vilchez. Dit arrest stelt dat een derde land onderdaan geen verblijfsrecht kan ontzegd worden als dit zou leiden tot gedwongen vertrek van zijn kind uit de EU. De rechtbank concludeerde dat eiser nog steeds verblijfsrecht had in Griekenland en dat zijn zoon niet gedwongen zou worden de Unie te verlaten. Eiser kreeg geen vergoeding van proceskosten en het beroep werd ongegrond verklaard.