ECLI:NL:RBDHA:2024:20901
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing aanvraag mvv voor nareis asiel door de minister van Asiel en Migratie
In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank het beroep van eisers tegen de afwijzing van hun aanvraag voor een mvv voor nareis asiel. De minister heeft de aanvraag in het besluit van 3 juli 2023 afgewezen, omdat referent geen verblijfsvergunning asiel heeft. In het bestreden besluit van 3 september 2024 is de minister bij de afwijzing van de aanvraag gebleven. De rechtbank heeft het beroep op 28 november 2024 behandeld, waarbij de gemachtigde van de minister aanwezig was, maar eisers en hun gemachtigde zich afmeldden.
Referent, de vader van eisers, heeft op 24 januari 2023 een aanvraag ingediend voor een mvv op grond van nareis asiel. De minister heeft deze aanvraag afgewezen, omdat referent geen verblijfsvergunning asiel heeft, maar een reguliere verblijfsvergunning. Eisers hebben bezwaar gemaakt, maar de minister heeft het bezwaar kennelijk ongegrond verklaard, met de opmerking dat referent niet voldoet aan de voorwaarden voor een mvv voor nareis asiel. De rechtbank oordeelt dat de minister zorgvuldig heeft gehandeld door eisers te informeren over de gevolgen van het afwijzende besluit en de maatregelen die zij moeten nemen voor gezinshereniging.
De rechtbank concludeert dat het beroep ongegrond is en dat de afwijzing van de aanvraag in stand blijft. Eisers krijgen geen vergoeding van hun proceskosten. De rechtbank heeft vastgesteld dat er geen onzorgvuldigheid van de minister is aangetoond door eisers, en dat de minister niet verplicht was om de aanvraag om te zetten naar een reguliere aanvraag. De uitspraak is gedaan door mr. H.P. Eckert, rechter, en openbaar gemaakt op rechtspraak.nl.