Uitspraak
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 10 januari 2024 in de zaak tussen
[eiseres] , uit [woonplaats] , eiseres
het college van burgemeester en wethouders van Den Haag; het college
Inleiding
6 juli 2021 (de te beoordelen periode) uitgekeerde bijstand ter hoogte van € 3.136,70 teruggevorderd. Met het bestreden besluit van 22 november 2021 op het bezwaar van eiseres is het college bij dat besluit gebleven.
Totstandkoming van het besluit
1 oktober 2004. Eiseres woont samen met twee minderjarige kinderen op het adres [adres] in [plaats] (het uitkeringsadres). Het jongste kind is geboren uit een relatie met de heer [naam] . Naar aanleiding van een anonieme melding op 2 november 2020, dat eiseres zou samenwonen met de heer [naam] op het uitkeringsadres, is het college een bijzonder onderzoek gestart naar de woon- en leefsituatie van eiseres. In het kader van dit onderzoek heeft het college administratief onderzoek verricht en informatie met betrekking tot het gas- water- en stroomverbruik op het uitkeringsadres opgevraagd. Daarnaast is er op 23 juni 2021 een huisbezoek bij eiseres afgelegd. Hiervan is een verslag opgesteld waarin tevens verklaringen van eiseres zijn opgenomen. De onderzoeksbevindingen zijn voor het college aanleiding geweest om het primaire besluit te nemen.
Beoordeling door de rechtbank
Wat vindt eiseres in beroep?
Wat oordeelt de rechtbank?
€ 3.136,70 aan te veel betaalde uitkering van eiseres terug te vorderen.
Conclusie en gevolgen
Beslissing
mr.E.P.A. Stok, griffier. De uitspraak is uitgesproken in het openbaar op 10 januari 2024.