Uitspraak
Rechtbank DEN HAAG
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 2 januari 2024 in de zaak tussen
[eiser] , wonende te [woonplaats] , eiser
de heffingsambtenaar van de gemeente Den Haag, verweerder.
Procesverloop
Overwegingen
In geschil is de waarde van de woning op waardepeildatum. Eiser bepleit een waarde van € 624.000. Daartoe voert hij – samengevat – aan dat de woning gelegen is nabij het spoor, kantoorgebouwen en een basisschool, waarvan overlast ondervonden wordt. Verder stelt eiser dat buurpand [adres 2] op 1 mei 2020 is verkocht voor € 592.000 en dat een ander goed vergelijkbaar pand [adres 3] – dat beschikt over vernieuwde voorzieningen – op 14 februari 2021 is verkocht voor € 637.000. Voorts betoogt eiser dat de woning niet beschikt over spouwmuren, hetgeen een waardedrukkend effect heeft. Daarbij moet verweerder de woning vergelijken met andere panden uit dezelfde periode als de woning, zodat vergeleken wordt met woningen zonder spouwmuren. Verder stelt eiser dat verweerder in de bezwaarfase niet alle benodigde stukken heeft toegezonden en dat de uitspraak op bezwaar onvoldoende is gemotiveerd.