Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen
[eiser] , eiser
Procesverloop
Beoordeling door de rechtbank
Beslissing
www.rechtspraak.nl.
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 19 december 2024 uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke procedure betreffende de afwijzing van een opvolgende asielaanvraag van eiser, een Algerijnse nationaliteit hebbende vreemdeling. Eiser had eerder asiel aangevraagd, maar zijn aanvraag was buiten behandeling gesteld omdat hij Nederland met onbekende bestemming had verlaten. Na zijn terugkeer naar Nederland diende hij op 29 juli 2024 een nieuwe asielaanvraag in, waarin hij stelde dat hij Algerije had verlaten vanwege de economische situatie en problemen gerelateerd aan zijn achternaam, die verbonden was aan een familielid dat lid was van de FIS-partij. De minister van Asiel en Migratie heeft deze aanvraag afgewezen als kennelijk ongegrond, omdat de identiteit van eiser ongeloofwaardig werd geacht, ondanks dat zijn nationaliteit en herkomst als geloofwaardig werden beschouwd. De rechtbank heeft vastgesteld dat eiser onvoldoende documenten heeft overgelegd ter onderbouwing van zijn identiteit en dat hij geen verschoonbare reden heeft gegeven voor het ontbreken van deze documenten. De rechtbank oordeelde dat de afwijzing van de asielaanvraag terecht was, omdat een asielmotief slechts betekenis heeft tegen de achtergrond van de identiteit van de vreemdeling. Eiser heeft niet kunnen aantonen dat zijn identiteit geloofwaardig is, wat leidde tot de conclusie dat zijn asielmotief niet verder kon worden beoordeeld. De rechtbank verklaarde het beroep ongegrond en verweerder hoeft geen proceskosten te vergoeden.