ECLI:NL:RBDHA:2024:21857
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van een asielaanvraag van een Somalische eiser en de toelaatbaarheid van een vestigingsalternatief in Mogadishu
In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank het beroep van eiser, een Somalische nationaliteit, tegen de afwijzing van zijn asielaanvraag door de minister van Asiel en Migratie. Eiser diende op 10 juli 2021 een aanvraag in voor een verblijfsvergunning asiel, welke op 30 oktober 2023 werd afgewezen. De rechtbank heeft het beroep op 22 mei 2024 behandeld, waarbij de gemachtigden van zowel eiser als de minister aanwezig waren. Na een aanhouding en schriftelijke reactie van de minister op 5 juni 2024, werd het beroep op 28 november 2024 opnieuw behandeld.
De rechtbank oordeelt dat de minister een vestigingsalternatief in Mogadishu kan tegenwerpen, ondanks de vrees van eiser voor vervolging door Al-Shabaab. Eiser heeft in het verleden in Mogadishu verbleven en de rechtbank concludeert dat de minister voldoende heeft gemotiveerd waarom de situatie van eiser niet gelijk is aan die van zijn zus, die een verblijfsvergunning heeft gekregen. De rechtbank verklaart het beroep gegrond vanwege een motiveringsgebrek, maar laat de rechtsgevolgen van het bestreden besluit in stand. Eiser krijgt een proceskostenvergoeding van € 2.187,50 van de minister.