Beoordeling door de rechtbank
1. Eisers zijn geboren op respectievelijk [geboortedatum 1] en [geboortedatum 2] en hebben de nationaliteit van El Salvador. Op 4 november 2021 hebben zij asiel aangevraagd in Nederland. Daaraan hebben zij ten grondslag gelegd dat zij in El Salvador zijn afgeperst en bedreigd door de criminele bende [naam bende] .
2. In twee besluiten van 30 mei 2022 heeft verweerder de asielaanvragen van eisers afgewezen als ongegrond op grond van artikel 31, eerste lid, van de Vreemdelingenwet 2000 (Vw). Verweerder heeft de door eisers gestelde identiteit, nationaliteit en herkomst geloofwaardig geacht. Ook heeft verweerder geloofwaardig geacht dat eisers zijn afgeperst en bedreigd door een criminele bende. Daarnaast heeft verweerder geloofwaardig geacht dat eiser in El Salvador werkzaam is geweest voor diverse non-gouvernementele organisaties (NGO’s). Volgens verweerder is het echter niet aannemelijk dat eisers bij terugkeer naar El Salvador zullen worden gedood door de criminele bende. Eisers hebben namelijk na de laatste bedreiging in november 2020 nog geruime tijd in El Salvador kunnen verblijven zonder problemen. Ook hebben eisers of hun familieleden sindsdien niets meer vernomen van de criminele bende. Daarnaast is het volgens verweerder niet aannemelijk dat eiser in de negatieve aandacht van de autoriteiten van El Salvador staat vanwege zijn werkzaamheden voor NGO’s.
3. Eisers hebben beroep ingesteld tegen de besluiten van 30 mei 2022. In de uitspraak van deze rechtbank, zittingsplaats Roermond, van 11 januari 2023zijn deze beroepen gegrond verklaard, zijn de besluiten van 30 mei 2022 vernietigd, en is verweerder opgedragen om opnieuw op de asielaanvragen van eisers te beslissen. De rechtbank heeft geoordeeld dat het standpunt van verweerder dat eisers bij terugkeer naar El Salvador niet te vrezen hebben voor de criminele bende onvoldoende is gemotiveerd. Daarbij heeft de rechtbank de verklaringen van eisers betrokken dat zij in de periode tussen november 2020 en hun vertrek zijn ondergedoken. Ook heeft de rechtbank geoordeeld dat verweerder onvoldoende is ingegaan op de door eisers verstrekte informatie over de situatie in El Salvador. De rechtbank heeft verweerder opgedragen om binnen acht weken nieuwe besluiten te nemen met inachtneming van deze uitspraak en van de recente ontwikkelingen in El Salvador, en om eisers zo nodig opnieuw te horen. Wel heeft de rechtbank geoordeeld dat verweerder mocht tegenwerpen dat eisers vrees om te worden opgepakt vanwege zijn werkzaamheden voor NGO’s niet aannemelijk is gemaakt.
4. In de uitspraak van 25 mei 2023heeft deze rechtbank en zittingsplaats vastgesteld dat verweerder niet binnen acht weken nieuwe besluiten heeft genomen. De rechtbank heeft verweerder opgedragen om alsnog binnen acht weken nieuwe besluiten bekend te maken op de asielaanvragen van eisers, op straffe van een dwangsom.
5. In de bestreden besluiten heeft verweerder de asielaanvragen van eisers opnieuw afgewezen als ongegrond op grond van artikel 31, eerste lid, van de Vw. Verweerder acht de identiteit, nationaliteit en herkomst van eisers, de afpersing en bedreiging door de criminele bende en de werkzaamheden van eiser voor diverse NGO’s nog steeds geloofwaardig. Verweerder acht het echter nog steeds niet aannemelijk dat eisers bij terugkeer naar El Salvador te vrezen hebben voor de criminele bende. Volgens verweerder heeft de nieuwe president, Nayib Bukele, sinds ruim een jaar het bendegeweld hard aangepakt waardoor het bendegeweld is gestopt. Verweerder gaat hierbij in op diverse bronnen over de situatie in El Salvador. Daarnaast acht verweerder het nog steeds niet aannemelijk dat eiser in de negatieve aandacht van de autoriteiten van El Salvador staat vanwege zijn werk voor diverse NGO’s. Daarbij verwijst verweerder naar de uitspraak van de rechtbank van 11 januari 2023.
6. Eisers zijn het niet eens met de bestreden besluiten. Zij voeren aan dat verweerder de uitspraak van de rechtbank van 11 januari 2023 heeft geschoffeerd door hen niet te horen en door niet binnen acht weken nieuwe besluiten te nemen. Ook voeren zij aan dat verweerder op selectieve en gebrekkige wijze gebruik maakt van landeninformatie. Volgens eisers blijkt namelijk uit de landeninformatie dat bendeleden inmiddels weer worden vrijgelaten en dat de nieuwe president met zodanig harde hand ingrijpt dat de mensenrechten van niet-bendeleden worden geschonden. Daarbij wijzen zij erop dat eiser bij diverse NGO’s heeft gewerkt en dat eiseres journaliste is geweest bij een kritische televisiezender. Uit de landeninformatie blijkt volgens eisers namelijk dat er door de nieuwe president een offensief wordt gevoerd tegen NGO’s en kritische journalisten. Hierbij verwijzen eisers naar diverse bronnen. Ten slotte voeren eisers aan dat verweerder in strijd met het gelijkheidsbeginsel heeft gehandeld door aan een andere Salvadoraanse asielzoeker genaamd [naam 3] wel een asielvergunning te verlenen.
7. In het verweerschrift heeft verweerder meegedeeld dat de bestreden besluiten volgens hem juist zijn. Er is voldoende gevolg gegeven aan de uitspraak van de rechtbank van 11 januari 2023 door opnieuw onderzoek te doen naar de situatie in El Salvador en door eisers in de gelegenheid te stellen daarover een schriftelijke zienswijze in te dienen. In de bestreden besluiten is voldoende uiteengezet dat de veiligheidssituatie in El Salvador aanzienlijk is verbeterd. Eiseres heeft verklaard dat zij geen problemen heeft ondervonden vanwege haar werk als journaliste, en dat eiser niet te vrezen heeft vanwege zijn werk voor NGO’s staat in rechte vast. Ook zijn eisers legaal uitgereisd. De situatie van [naam 3] is niet vergelijkbaar.
8. Tijdens de zitting hebben eisers en verweerder over en weer op elkaars standpunten gereageerd. De rechtbank zal de bestreden besluiten toetsen aan de hand van de beroepsgronden. De vindplaatsen van de door eisers aangehaalde bronnen zullen worden opgenomen in bijlage bij deze uitspraak.
‘Contempt of court’ en gelijkheidsbeginsel
9. Anders dan eisers met deze Engelse term aanvoeren, heeft verweerder voldoende opvolging gegeven aan de uitspraak van de rechtbank van 11 januari 2023. De rechtbank heeft verweerder immers niet verplicht om eisers opnieuw te horen. Wel heeft verweerder opnieuw onderzoek gedaan naar de veiligheidssituatie in El Salvador met inachtneming van de recente ontwikkelingen en hebben eisers hierop schriftelijk kunnen reageren. Hierbij is verder van belang dat er geen onderdelen van de asielrelazen van eisers ongeloofwaardig zijn geacht. De omstandigheid dat verweerder niet binnen acht weken nieuwe besluiten heeft genomen is al gesanctioneerd in de uitspraak van de rechtbank van 25 mei 2023 en is als zodanig onvoldoende om de bestreden besluiten aan te tasten.
10. Uit de door eisers overgelegde beschikking van [naam 3] volgt dat hij aan zijn asielaanvraag ten grondslag heeft gelegd dat hij problemen heeft gehad met de overheid en dat deze verklaringen geloofwaardig zijn geacht. Dit maakt zijn zaak wezenlijk anders dan die van eisers. Zij hebben namelijk niet aan hun asielaanvragen ten grondslag gelegd dat zij eerder problemen hebben gehad met de autoriteiten van El Salvador. Om die reden kan niet worden geoordeeld dat verweerder in strijd met het gelijkheidsbeginsel heeft gehandeld.
11. Uit de door verweerder aangehaalde bronnen blijkt dat president Bukele het bendegeweld in El Salvador hard heeft aangepakt. Er zijn vele extra politieagenten en soldaten ingezet om de wijken uit te kammen. Er zijn meer dan 70.000 (vermoedelijke) bendeleden opgepakt en in een speciale, nieuwe gevangenis geplaatst. Onder andere in Santa Tecla, de voormalige woonplaats van eisers, is het bendegeweld daardoor zeer sterk afgenomen.
12. Uit enkele door eisers overgelegde rapportages en nieuwsberichten blijkt echter dat sommige bendeleden ook weer worden vrijgelaten. Dit betekent naar het oordeel van de rechtbank echter nog niet dat geconcludeerd moet worden dat het bendegeweld inmiddels niet meer onder controle is. Uit de door eisers aangehaalde landeninformatie blijkt namelijk niet dat grote aantallen bendeleden weer worden vrijgelaten of dat het bendegeweld weer significant toeneemt. Dit maakt ook dat eisers niet kunnen worden gevolgd in hun stelling dat verweerder zich heeft gebaseerd op informatie die onterecht een rooskleurig beeld van de situatie schetst.
13. De rechtbank volgt verweerder dan ook in het standpunt dat niet aannemelijk is dat eisers bij terugkeer naar El Salvador te vrezen hebben voor criminele bendes.
Offensief tegen NGO’s en journalisten
14. Het is niet in geschil dat eiser in El Salvador werkzaam is geweest voor diverse NGO’s en dat eiseres daar werkzaam is geweest bij een televisiezender die kritisch was op de autoriteiten (Canal 11).
15. Uit de door eisers aangehaalde bronnen blijkt het volgende. Op 27 maart 2022 is in El Salvador de noodtoestand uitgeroepen en deze is inmiddels verlengd. Dit heeft tot gevolg gehad dat niet alleen het bendegeweld hard is aangepakt, maar dat ook de mensenrechtensituatie is verslechterd. Het aanpakken van de criminele bendes is onder meer gepaard gegaan met willekeurige arrestaties alsook met mishandeling, marteling en enkele overlijdens van mensen in hechtenis. Daarnaast wordt het recht op vrijheid van vergadering en het recht op toegang tot informatie beknot. Kritiek op het beleid sinds de noodtoestand wordt de kop ingedrukt. Kritische uitingen in de media en berichtgeving over bendegeweld zijn zelfs strafbaar gesteld. Maatschappelijke organisaties zoals NGO’s die zich inzetten voor de mensenrechten worden afgeschilderd als tegenstanders van het regime en worden aangevallen.
16. Verweerder heeft er op dit punt op gewezen dat eisers legaal zijn uitgereisd, dat eiseres heeft verklaard dat zij voorheen in El Salvador geen problemen heeft ondervonden van de autoriteiten, en dat in rechte vast staat dat eisers vrees vanwege zijn eerdere werkzaamheden voor NGO’s niet aannemelijk is. Daarbij heeft verweerder miskend dat eisers in november 2021 uit El Salvador zijn vertrokken en dat de hiervoor geschetste ontwikkelingen zich nadien hebben voorgedaan. Verweerder heeft zich daarom onvoldoende gemotiveerd op het standpunt gesteld dat eisers als voormalig NGO-medewerker en voormalig (kritisch) journalist bij terugkeer naar El Salvador niet te vrezen hebben voor de autoriteiten. Enkel de stellingen ter zitting dat de lat voor een schending van artikel 3 van het Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden (EVRM, het verbod op onmenselijke behandeling) hoog is gelegd, en dat de noodtoestand gericht is op het terugdringen van criminele bendes, zijn daartoe onvoldoende. Aangezien hiermee duidelijk is dat de bestreden besluiten niet in stand kunnen blijven, komt de rechtbank niet meer toe aan beoordeling van de stelling van eisers dat zij ten onrechte niet door verweerder als lid van een risicogroep zijn aangemerkt.