RECHTBANK DEN HAAG
zaaknummer: AWB 22/7747 (beroep) en AWB 22/7748 (vovo)
uitspraak van de enkelvoudige kamer en de voorzieningenrechter van 8 februari 2024 in de zaak tussen
[eiseres] , wonende te [woonplaats] , eiseres/verzoekster (hierna: eiseres)
V-nummer: [V nummer]
(gemachtigde: mr. E. Derksen),
het bestuur van het Centraal Orgaan opvang asielzoekers (COA), verweerder
(gemachtigde: mr. A. Bondarev).
Inleiding
1. In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank het beroep van eiseres tegen het bestreden besluit van 31 oktober 2022, waarin de eigen bijdrage van eiseres in de kosten van haar opvang is vastgesteld op € 6.606,67.
1.1.Het beroep en het verzoek om voorlopige voorziening zijn op 10 januari 2024 op zitting behandeld. Eiseres en verweerder hebben zich laten vertegenwoordigen door hun gemachtigden.
Beoordeling door de rechtbank
2. De rechtbank beoordeelt of verweerder de definitieve hoogte van de eigen bijdrage in de kosten van opvang heeft kunnen vaststellen op € 6.606,67. Zij doet dat aan de hand van de beroepsgronden van eiseres.
3. De rechtbank is van oordeel dat het beroep ongegrond is. Hierna legt de rechtbank uit hoe zij tot deze conclusie komt en welke gevolgen dit oordeel heeft.
Voorvragen
Is het beroep ontvankelijk?
4. Het bestreden besluit is van 31 oktober 2022 en het beroep is van 13 december 2022. In de gronden van beroep stelt eiseres dat zij ontvankelijk is, omdat het besluit van 31 oktober 2022 bekend is gemaakt tegelijkertijd met het besluit van 5 december 2022 dat gaat over invordering van de eigen bijdrage. Verweerder heeft dit niet weersproken. In het dossier heeft de rechtbank ook geen stukken aangetroffen die duiden op een eerdere verzending dan 5 december 2022. Naar het oordeel van de rechtbank is het beroep ontvankelijk.
Wordt eiseres vrijgesteld van het betalen van griffierecht?
5. Eiseres heeft verzocht om vrijstelling van het griffierecht wegens betalingsonmacht. De rechtbank ziet, op basis van de verstrekte gegevens, aanleiding om het verzoek toe te wijzen.
Is het bestreden besluit bevoegd genomen?
6. Het bestreden besluit is genomen door een teamhoofd A&I. Deze persoon is volgens artikel 2.2. van de Bevoegdhedenregeling COA niet bevoegd om het bestreden besluit te nemen. Er is dus sprake van een bevoegdheidsgebrek. Bij brief van 9 februari 2023 heeft een jurist van het COA het bestreden besluit bekrachtigd. De rechtbank zal het gebrek met toepassing van artikel 6:22 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) passeren. Aannemelijk is dat eiseres door het gebrek niet is benadeeld, nu uit de bekrachtiging volgt dat zonder dat gebrek een besluit met dezelfde uitkomst zou zijn genomen. Wat hiervan het gevolg is, zal de rechtbank bespreken onder 14.
Het bestreden besluit
7. Eiseres heeft op 29 december 2021 van de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND) een dwangsomvergoeding van € 22.500,- ontvangen. Daardoor beschikt zij volgens verweerder over eigen vermogen van tenminste dat bedrag. Een bedrag van € 22.500,- is hoger dan de vermogensgrens.Daarom moet eiseres aan verweerder een eigen bijdrage betalen voor de kosten van haar opvang.Verweerder heeft de hoogte van deze eigen bijdrage berekend aan de hand van de Regeling eigen bijdrage asielzoekers met inkomen en vermogen (Reba) en heeft deze vastgesteld op € 6.606,67.