ECLI:NL:RBDHA:2024:2218
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van het beroep tegen de weigering tot toekenning van een dwangsom in het kader van studiefinanciering
In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank het beroep van eiseres tegen de weigering tot toekenning van een dwangsom. Eiseres had op 20 oktober 2022 studiefinanciering aangevraagd op basis van de Wet Studiefinanciering 2000. Het primaire besluit van 20 februari 2023, waarin het verzoek om een dwangsom werd afgewezen, werd door verweerder gehandhaafd in het bestreden besluit van 31 mei 2023. Eiseres betoogde dat de verdaging van de beslistermijn onbevoegdelijk was genomen en dat dit in strijd was met het beginsel van fair play. De rechtbank oordeelde dat, hoewel het verdagingsbesluit gebrekkig was, dit gebrek gepasseerd kon worden omdat eiseres niet benadeeld was. De rechtbank concludeerde dat de verdaging rechtmatig was en dat er geen bewijs was voor discriminatoir beleid van verweerder. Het beroep van eiseres werd ongegrond verklaard, en het bestreden besluit bleef in stand. Er was geen aanleiding voor een proceskostenvergoeding.