ECLI:NL:RBDHA:2024:23041
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid beroep wegens prematuur ingediende ingebrekestelling in asielprocedure
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 21 juni 2024 uitspraak gedaan in een beroep tegen het niet tijdig beslissen op een asielaanvraag. De eiser, vertegenwoordigd door mr. M.P.J.W.M. Govers, had een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd. De rechtbank heeft vastgesteld dat de aanvraag onder het besluit met kenmerk WBV 2023/3 valt, dat de beslistermijnen voor asielaanvragen verlengt. Eiser had op 13 augustus 2023 zijn aanvraag ingediend, en volgens de nieuwe regels moest verweerder uiterlijk op 13 november 2024 beslissen. Eiser had echter op 17 februari 2024 een ingebrekestelling ingediend, die door de rechtbank als prematuur werd beschouwd, omdat de beslistermijn nog niet was verstreken. De rechtbank oordeelde dat de ingebrekestelling niet voldeed aan de wettelijke vereisten, waardoor het beroep niet-ontvankelijk werd verklaard. De rechtbank heeft geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gemaakt en partijen zijn geïnformeerd over de mogelijkheid om in beroep te gaan bij de Raad van State.