ECLI:NL:RBDHA:2024:23128
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van het beroep inzake asielaanvraag door prematuur ingediende ingebrekestelling
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 7 oktober 2024 uitspraak gedaan in een beroep dat door eiser is ingediend tegen de minister van Asiel en Migratie. Eiser had een aanvraag tot het verlenen van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd ingediend, maar verweerder had niet tijdig beslist op deze aanvraag. Eiser stelde dat de ingebrekestelling prematuur was, omdat de beslistermijnen waren verlengd door het besluit WBV 2023/3, dat op 27 januari 2023 in werking trad. De rechtbank heeft geoordeeld dat de beslistermijn in het geval van eiser met negen maanden was verlengd, waardoor de ingebrekestelling van 22 juli 2024 te vroeg was ingediend. Dit leidde tot de conclusie dat niet was voldaan aan de voorwaarden voor het indienen van een beroep op grond van het niet tijdig beslissen door verweerder. De rechtbank verklaarde het beroep daarom niet-ontvankelijk. Tevens werd er geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling.