6.4.In het Cannabisarrest heeft het Hof in het kader van dit artikel als volgt overwogen (onderstreping door de rechtbank):
“
88. In de tweede plaats moet evenwel worden opgemerkt dat het hoofddoel van richtlijn 2008/115 erin is gelegen om een doeltreffend verwijderings en terugkeerbeleid te ontwikkelen, zoals volgt uit de overwegingen 2 en 4 daarvan, met volledige eerbiediging van de grondrechten en de waardigheid van de betrokkenen (arrest van 19 juni 2018, Gnandi, C181/16, EU:C:2018:465, punt 48 en aldaar aangehaalde rechtspraak).
89. Hieruit volgt dat de lidstaten bij de uitvoering van richtlijn 2008/115, ook wanneer zij voornemens zijn een terugkeerbesluit of een verwijderingsmaatregel vast te stellen ten aanzien van een illegaal op hun grondgebied verblijvende derdelander, de door het Handvest aan die derdelander toegekende grondrechten moeten eerbiedigen (arrest van 11 juni 2015, Zh. en O., C-554/13, EU:C:2015:377, punt 69).
90. Dat geldt onder meer voor het recht op eerbiediging van het privéleven en van het familie- en gezinsleven van die derdelander, zoals gewaarborgd door artikel 7 van het Handvest. Dit recht, dat de verwijzende rechter specifiek heeft aangeduid in zijn vierde vraag, komt overeen met het in artikel 8 EVRM verankerde recht, zodat hieraan dezelfde inhoud en reikwijdte moet worden toegekend [arrest van 18 juni 2020, Commissie/Hongarije (Transparantie van verenigingen), C-78/18, EU:C:2020:476, punt 122 en aldaar aangehaalde rechtspraak].
91. In dit verband heeft het Hof geoordeeld dat artikel 5, eerste alinea, onder b), van richtlijn 2008/115zich ertegen verzet dat een lidstaat een terugkeerbesluit vaststelt zonder rekening te houden met de relevante aspecten van het familie- en gezinsleven van de betrokken derdelander[arrest van 8 mei 2018, K.A. e.a. (Gezinshereniging in België), C- 82/16, EU:C:2018:308, punt 104].
92. Hoewel dit artikel 5 het privéleven van de illegaal op het grondgebied van een lidstaat verblijvende derdelander niet vermeldt als een van de factoren waarmee de lidstaten rekening moeten houden bij de uitvoering van richtlijn 2008/115, volgt uit de punten 88 tot en met 90 van het onderhavige arrest datgeen terugkeerbesluit of verwijderingsmaatregel kan worden vastgesteld indien daarmee inbreuk zou worden gemaakt op het recht op eerbiediging van het privéleven van de betrokken derdelander.”