ECLI:NL:RBDHA:2024:2432
Rechtbank Den Haag
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek voorlopige voorziening asielaanvraag
Op 27 februari 2024 heeft de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in de zaak van een verzoekster tegen de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid. De verzoekster had een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd, welke op 19 december 2023 door de staatssecretaris was afgewezen als kennelijk ongegrond. Hierop heeft de verzoekster beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening. De voorzieningenrechter heeft het verzoek op 1 februari 2024 behandeld, waarbij zowel de verzoekster als haar gemachtigde aanwezig waren, evenals een tolk. De gemachtigde van de staatssecretaris was eveneens aanwezig.
De voorzieningenrechter heeft in zijn overwegingen aangegeven dat er op dezelfde dag een uitspraak is gedaan in een andere zaak (NL23.39789) die verband houdt met het beroep van de verzoekster. Aangezien er inmiddels een uitspraak is gedaan, is er geen noodzaak meer voor een voorlopige voorziening. Daarom heeft de voorzieningenrechter het verzoek om een voorlopige voorziening afgewezen. Tevens is er geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door mr. F. Sijens, in aanwezigheid van mr. M.J. Tijnagel als griffier, en is openbaar gemaakt via een geanonimiseerde publicatie op rechtspraak.nl. Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.