ECLI:NL:RBDHA:2024:2434
Rechtbank Den Haag
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek voorlopige voorziening asielaanvraag
Op 27 februari 2024 heeft de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in de zaak NL23.39793, waarin verzoeker, vertegenwoordigd door zijn gemachtigde mr. S. Azzaoui, een voorlopige voorziening heeft gevraagd na de afwijzing van zijn aanvraag voor een verblijfsvergunning asiel. De aanvraag was op 19 december 2023 door de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid afgewezen als kennelijk ongegrond. Verzoeker heeft hiertegen beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening. De zitting vond plaats op 1 februari 2024, waar zowel verzoeker als zijn gemachtigde, alsook een tolk, aanwezig waren. De gemachtigde van de Staatssecretaris was eveneens aanwezig.
De voorzieningenrechter heeft in zijn overwegingen aangegeven dat er op dezelfde dag een uitspraak is gedaan in een gerelateerde zaak (NL23.39792), waardoor een voorlopige voorziening niet meer nodig is. Om deze reden heeft de voorzieningenrechter het verzoek om een voorlopige voorziening afgewezen. Tevens is er geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door mr. F. Sijens, in aanwezigheid van griffier mr. M.J. Tijnagel, en is openbaar gemaakt via een geanonimiseerde publicatie op rechtspraak.nl. Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.