ECLI:NL:RBDHA:2024:2438

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
27 februari 2024
Publicatiedatum
27 februari 2024
Zaaknummer
NL23.24202
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek voorlopige voorziening asielaanvraag

In de zaak tussen de verzoeker, een Nigeriaanse asielzoeker, en de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 27 februari 2024 uitspraak gedaan. De verzoeker had een voorlopige voorziening gevraagd na het bestreden besluit van 18 augustus 2023, waarbij zijn asielaanvraag buiten behandeling was gesteld op grond van artikel 30c, eerste lid, aanhef en onder a, van de Vreemdelingenwet 2000. De verzoeker en zijn gemachtigde, mr. J.A. Neslo, zijn niet verschenen op de zitting die op 28 november 2023 heeft plaatsgevonden, waar ook de zaak NL23.24201 werd behandeld.

De voorzieningenrechter heeft overwogen dat, gezien de uitspraak in de andere zaak, een voorlopige voorziening niet meer mogelijk is. Daarom heeft de voorzieningenrechter het verzoek om een voorlopige voorziening afgewezen. Tevens is er geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door mr. M. Munsterman, in aanwezigheid van griffier mr. F. Aissa, en is openbaar gemaakt via geanonimiseerde publicatie op de website van de rechtspraak. Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Groningen
Bestuursrecht
zaaknummer: NL23.24202

uitspraak van de voorzieningenrechter in de zaak tussen

[naam] , verzoeker,

geboren op [geboortedatum] ,
van Nigeriaanse nationaliteit,
V-nummer: [nummer] ,
(gemachtigde: mr. J.A. Neslo
en

de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder.

Procesverloop

Met het besluit van 18 augustus 2023 (het bestreden besluit) heeft verweerder de asielaanvraag van verzoeker buiten behandeling heeft gesteld op grond van artikel 30c, eerste lid, aanhef en onder a, van de Vreemdelingenwet 2000 (Vw).
Verzoeker heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld. Hij heeft verder de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen
De voorzieningenrechter heeft het verzoek, tezamen met de zaak NL23.24201, op 28 november 2023 op zitting behandeld. Hieraan hebben deelgenomen: de gemachtigde van verweerder. Verzoeker en zijn gemachtigde zijn, met kennisgeving, niet verschenen.

Overwegingen

1. Bij uitspraak van vandaag, zaaknummer NL23.24201, heeft de rechtbank uitspraak gedaan op het beroep. Een voorlopige voorziening is daarom niet meer mogelijk. De voorzieningenrechter wijst het verzoek af.
2. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding

Beslissing

De voorzieningenrechter wijst het verzoek om het treffen van een voorlopige voorziening af.
Deze uitspraak is gedaan door mr. M. Munsterman, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van mr.F. Aissa, griffier. De uitspraak is openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op www.rechtspraak.nl.
De uitspraak is bekendgemaakt op:
Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.