ECLI:NL:RBDHA:2024:2438
Rechtbank Den Haag
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek voorlopige voorziening asielaanvraag
In de zaak tussen de verzoeker, een Nigeriaanse asielzoeker, en de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 27 februari 2024 uitspraak gedaan. De verzoeker had een voorlopige voorziening gevraagd na het bestreden besluit van 18 augustus 2023, waarbij zijn asielaanvraag buiten behandeling was gesteld op grond van artikel 30c, eerste lid, aanhef en onder a, van de Vreemdelingenwet 2000. De verzoeker en zijn gemachtigde, mr. J.A. Neslo, zijn niet verschenen op de zitting die op 28 november 2023 heeft plaatsgevonden, waar ook de zaak NL23.24201 werd behandeld.
De voorzieningenrechter heeft overwogen dat, gezien de uitspraak in de andere zaak, een voorlopige voorziening niet meer mogelijk is. Daarom heeft de voorzieningenrechter het verzoek om een voorlopige voorziening afgewezen. Tevens is er geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door mr. M. Munsterman, in aanwezigheid van griffier mr. F. Aissa, en is openbaar gemaakt via geanonimiseerde publicatie op de website van de rechtspraak. Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.