Uitspraak
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 21 februari 2024 in de zaak tussen
[eiseres] , uit [woonplaats] , eiseres
het college van burgemeester en wethouders van Gouda, het college
Inleiding
Overwegingen1.1Eiseres is in januari 2020 van de woning aan de [adres 1] te Gouda (oude woning) verhuisd naar de woning aan de [adres 2] te Gouda (woning). Zij heeft op 2 november 2022 een melding gedaan in het kader van de Wmo 2015. Hierop heeft de Wmo-consulent onderzoek verricht. In dat kader is advies ingewonnen van een ergotherapeut. In het rapport van de ergotherapeut van 4 januari 2023 staat dat eiseres problemen ervaart bij het naar binnen komen en naar buiten gaan van haar woning en in het zelfstandig uitvoeren van keukenactiviteiten. De ergotherapeut heeft geadviseerd om na te gaan of de keuken van eiseres anders ingedeeld kan worden, zodat zij in een adequate houding kan koken en afwassen. Verder heeft de ergotherapeut geadviseerd om de voordeur van de woning zodanig aan te passen dat zij de voordeur met een afstandsbediening of afstandsknop kan openen en sluiten.
1.3 Het college heeft bij besluit van 16 april 2019, na bezwaar gehandhaafd bij besluit van 4 september 2019, aan eiseres geen verhuisurgentie toegekend omdat zij in een rolstoel adequate woning woont en in staat is om zelf te zoeken naar een andere rolstoelgeschikte woning.
Beoordeling door de rechtbank
Conclusie en gevolgen5.Het beroep is gegrond. Het bestreden besluit zal worden vernietigd. Omdat het beroep gegrond is moet het college het griffierecht aan eiseres vergoeden en krijgt zij ook een vergoeding voor de proceskosten. Het college moet deze vergoeding betalen. Deze vergoeding bedraagt € 1.750,- omdat de gemachtigde van eiseres een beroepschrift heeft ingediend en aan de zitting heeft deelgenomen. Verder zijn er geen kosten gemaakt die vergoed kunnen worden.
Beslissing
- verklaart het beroep gegrond;
- vernietigt het bestreden besluit van het college van 18 juli 2023;
- draagt het college op een nieuw besluit te nemen met inachtneming van deze uitspraak;
- bepaalt dat het college aan eiseres het door haar betaalde griffierecht, te weten € 50,-vergoedt;
- veroordeelt het college in de proceskosten van € 1.750,-.