Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 22 februari 2024 in de zaak tussen
[eiser] , eiser
de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder.
Procesverloop
Overwegingen
Beslissing
Rechtbank Den Haag
Op 22 februari 2024 heeft de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in de zaak tussen eiser en de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid. Eiser had beroep ingesteld omdat verweerder niet tijdig had beslist op zijn bezwaar. De rechtbank heeft echter vastgesteld dat eiser het verschuldigde griffierecht van € 184,- niet op tijd heeft betaald. Volgens artikel 8:41 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) dient iemand die in beroep gaat griffierecht te betalen. De rechtbank heeft eiser op 8 januari 2024 een aangetekende brief gestuurd met de mededeling dat het griffierecht binnen twee weken betaald moest worden. Uit onderzoek van de rechtbank bleek dat de brief op 10 januari 2024 was afgehaald, maar het griffierecht was niet ontvangen. Eiser heeft geen geldige reden gegeven voor het niet betalen van het griffierecht. Hierdoor kon de rechtbank het beroep niet inhoudelijk behandelen en heeft zij het beroep kennelijk niet-ontvankelijk verklaard. De beslissing is openbaar uitgesproken en er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.