In deze uitspraak beoordeelt de Rechtbank Den Haag het beroep van eiser tegen de niet-ontvankelijkheidverklaring van zijn asielaanvraag. Eiser, van Somalische nationaliteit, had op 20 december 2023 een aanvraag tot het verlenen van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd ingediend. De Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid heeft deze aanvraag op 13 februari 2024 in de algemene procedure niet-ontvankelijk verklaard, omdat eiser internationale bescherming geniet in Malta. De rechtbank heeft het beroep op 14 maart 2024 behandeld, waarbij de gemachtigde van verweerder aanwezig was, maar de gemachtigde van eiser en eiser zelf niet. De rechtbank heeft vervolgens beoordeeld of de Staatssecretaris terecht de asielaanvraag niet-ontvankelijk heeft verklaard. De rechtbank concludeert dat de informatie van de Duitse autoriteiten, waaruit blijkt dat eiser internationale bescherming heeft in Malta, voldoende actueel is. Eiser heeft in 2021 een Maltees vluchtelingenpaspoort ontvangen dat geldig is tot april 2024. De rechtbank oordeelt dat de beroepsgrond van eiser, dat er onvoldoende onderzoek is verricht naar zijn verblijfsrecht in Malta, niet kan slagen. De rechtbank komt tot de conclusie dat de aanvraag terecht niet-ontvankelijk is verklaard en verklaart het beroep ongegrond. Eiser krijgt geen vergoeding van zijn proceskosten.