ECLI:NL:RBDHA:2024:3697
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- B.F.Th. de Roos
- Rechtspraak.nl
Verzet tegen uitspraak over nadere beslistermijn in bestuursrechtelijke procedure
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan op het verzet van de opposant tegen een eerdere uitspraak van 1 februari 2024. In die uitspraak werd het beroep van de opposant kennelijk gegrond verklaard, waarbij de rechtbank verweerder opdroeg om binnen twintig weken een besluit te nemen op de aanvraag van de opposant. De opposant heeft verzet aangetekend, omdat hij meent dat de rechtbank ten onrechte een nadere beslistermijn van twintig weken heeft opgelegd. Hij stelt dat zijn aanvraag compleet is en dat er geen nader onderzoek nodig is. De rechtbank heeft echter geoordeeld dat de gekozen termijn van twintig weken gerechtvaardigd is, gebaseerd op rechterlijk beleid en de specifieke omstandigheden van de aanvraag. De rechtbank heeft in haar overwegingen benadrukt dat het verzet enkel kan beoordelen of de bestuursrechter terecht zonder zitting uitspraak heeft gedaan. De rechtbank concludeert dat er geen argumenten zijn die twijfels oproepen over de eerdere uitspraak. Het verzet is ongegrond verklaard, en de eerdere uitspraak blijft in stand. De opposant krijgt geen proceskostenvergoeding.