ECLI:NL:RBDHA:2024:3967
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Vervolgberoep bewaring en zicht op uitzetting naar Mali
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 18 maart 2024 uitspraak gedaan in een vervolgberoep tegen de maatregel van bewaring van eiser, die de Malinese nationaliteit heeft. De maatregel van bewaring was eerder opgelegd door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid op 18 oktober 2023. Eiser heeft beroep ingesteld tegen het voortduren van deze maatregel en verzocht om schadevergoeding. De rechtbank heeft besloten dat een onderzoek ter zitting niet nodig was, omdat eiser niet met concrete feiten of omstandigheden heeft onderbouwd waarom hij gehoord wilde worden. De rechtbank heeft het onderzoek op 13 maart 2024 gesloten.
De rechtbank heeft overwogen dat de maatregel van bewaring rechtmatig was tot het moment van het sluiten van het onderzoek. Eiser heeft aangevoerd dat er geen zicht is op uitzetting naar Mali, omdat er geen presentatie is gepland. De rechtbank oordeelt echter dat het aan eiser is om aan te tonen dat er in zijn geval geen zicht op uitzetting is. De rechtbank heeft vastgesteld dat verweerder voldoende voortvarend heeft gehandeld en regelmatig contact heeft gehad met de Malinese autoriteiten. Eiser heeft niet meegewerkt aan zijn vertrekprocedure, wat zijn situatie niet ten goede komt.
Uiteindelijk heeft de rechtbank het beroep ongegrond verklaard en het verzoek om schadevergoeding afgewezen. De rechtbank heeft geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling. Deze uitspraak is gedaan door mr. E.F. Bethlehem, rechter, en openbaar gemaakt op www.rechtspraak.nl. Tegen deze uitspraak staat geen rechtsmiddel open.