Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen
[Naam], eiser
de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder.
Procesverloop
Overwegingen
Beslissing
- wijst het verzoek om schadevergoeding af.
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 20 maart 2024 uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke procedure betreffende de maatregel van bewaring van eiser, die de Sierra Leoonse nationaliteit heeft. Eiser was in bewaring gesteld op grond van artikel 59a van de Vreemdelingenwet (Vw) vanwege concrete aanknopingspunten voor de toepassing van de Dublinverordening. Eiser heeft tegen deze maatregel beroep ingesteld, dat tevens als verzoek om schadevergoeding moet worden aangemerkt. De maatregel van bewaring werd op 11 maart 2024 opgeheven omdat eiser was uitgezet. Eiser heeft zich akkoord verklaard met schriftelijke afdoening van het beroep en heeft op dezelfde dag de gronden van het beroep ingediend. Verweerder heeft op 12 maart 2024 een verweerschrift ingediend, waarna de rechtbank op 13 maart 2024 het onderzoek heeft gesloten.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de beoordeling zich beperkt tot de vraag of eiser recht heeft op schadevergoeding, nu de bewaring is opgeheven. Eiser stelt dat hij onterecht in bewaring is gesteld, omdat hij geen asielverzoek in Kroatië heeft ingediend. De rechtbank oordeelt echter dat verweerder zich op goede gronden op het standpunt heeft gesteld dat er concrete aanknopingspunten waren voor de toepassing van de Dublinverordening. De rechtbank verwijst naar eerdere uitspraken en concludeert dat de maatregel van bewaring rechtmatig was. Eiser's beroep wordt ongegrond verklaard en het verzoek om schadevergoeding wordt afgewezen. De rechtbank ziet geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.