ECLI:NL:RBDHA:2024:4755

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
4 april 2024
Publicatiedatum
4 april 2024
Zaaknummer
NL23.33568
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Asielaanvraag van Somalische eiseres afgewezen door Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, beroep gegrond verklaard

In deze uitspraak beoordeelt de Rechtbank Den Haag het beroep van een Somalische eiseres tegen de afwijzing van haar asielaanvraag door de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid. Eiseres, geboren op [geboortedatum 1], diende op 28 juni 2022 een aanvraag voor een verblijfsvergunning asiel in, welke op 16 januari 2024 als kennelijk ongegrond werd afgewezen. De rechtbank heeft het beroep op 15 februari 2024 behandeld, waarbij eiseres en haar gemachtigde aanwezig waren, evenals de gemachtigde van de verweerder en een tolk.

De rechtbank oordeelt dat de Staatssecretaris onvoldoende onderbouwing heeft gegeven voor het standpunt dat de problemen met Al Shabaab ongeloofwaardig zijn. Eiseres heeft verklaard dat Al Shabaab haar vader heeft benaderd om hem te rekruteren en dat zij zelf ondergedoken heeft gezeten. De rechtbank stelt vast dat de verklaringen van eiseres niet als tegenstrijdig kunnen worden aangemerkt en dat de Staatssecretaris niet aannemelijk heeft gemaakt dat Al Shabaab specifiek naar eiseres op zoek is. De rechtbank vernietigt het bestreden besluit en draagt de Staatssecretaris op om binnen twaalf weken een nieuw besluit te nemen, rekening houdend met deze uitspraak.

De rechtbank verklaart het beroep tegen het niet tijdig nemen van een besluit niet-ontvankelijk, maar het beroep tegen het bestreden besluit wordt gegrond verklaard. De rechtbank veroordeelt de Staatssecretaris tot betaling van proceskosten aan eiseres, die in totaal € 2.187,50 bedragen. Deze uitspraak is gedaan door mr. A.W.C.M. van Emmerik, rechter, in aanwezigheid van mr. Y. van Wijk, griffier.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG
Zittingsplaats Groningen
Bestuursrecht
zaaknummer: NL23.33568

uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen

[naam 1] , V-nummer: [v-nummer] , eiseres

(gemachtigde: mr. T. Bruinsma),
en

de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder

(gemachtigde: mr. K. Jansen).

Inleiding

1. In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank het beroep van eiseres tegen de afwijzing van de asielaanvraag van eiseres. Eiseres stelt van Somalische nationaliteit te zijn en te zijn geboren op [geboortedatum 1] . Zij heeft op 28 juni 2022 een aanvraag tot het verlenen van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd ingediend. Verweerder heeft met het bestreden besluit van 16 januari 2024 deze aanvraag in de verlengde procedure afgewezen als kennelijk ongegrond.
1.1.
De rechtbank heeft het beroep op 15 februari 2024 samen met het verzoek om een voorlopige voorziening [1] hangende dit beroep, op zitting behandeld. Hieraan hebben deelgenomen: eiseres, de gemachtigde van eiseres en de gemachtigde van verweerder. Een tolk was aanwezig.

Beoordeling door de rechtbank

Beroep tegen het niet tijdig beslissen
2. Eiseres heeft op 23 oktober 2023 beroep ingesteld tegen het niet tijdig beslissen op haar asielaanvraag van 28 juni 2022. Bij besluit van 16 januari 2024 heeft verweerder alsnog op deze aanvraag beslist. Het beroep van eiseres heeft op grond van artikel 6:20 van de Awb [2] mede betrekking op het alsnog genomen besluit. Eiseres heeft op 23 januari 2024 afzonderlijk beroep ingesteld tegen dit besluit. Dit beroep is abusievelijk geregistreerd onder zaaknummer NL24.2510.
3. Eiseres heeft gelet op het alsnog genomen besluit geen procesbelang meer bij een beoordeling van het beroep tegen het niet tijdig nemen van een besluit. Voor zover eiseres met haar verzoek om de wettelijke dwangsommen heeft verzocht om toepassing van artikel 4:17 van de Awb stelt de rechtbank onder verwijzing naar de jurisprudentie van de ABRvS [3] vast dat daarvoor in dit geval geen aanleiding bestaat. [4] Het beroep is dan ook niet-ontvankelijk.
Beroep tegen het bestreden besluit
4. De rechtbank beoordeelt of verweerder de aanvraag terecht heeft afgewezen als kennelijk ongegrond. Zij doet dat aan de hand van de beroepsgronden van eiseres.
5. De rechtbank oordeelt dat het beroep gegrond is. Hierna legt de rechtbank uit hoe zij tot dit oordeel komt en welke gevolgen dit oordeel heeft.
Het asielrelaas
6. Eiseres legt aan haar asielaanvraag het volgende ten grondslag. Al Shabaah heeft de vader van eiseres benaderd met het doel om hem te rekruteren, maar haar vader heeft dit geweigerd. De vader van eiseres had ook geen geld om het lidmaatschap af te kopen. Al Shabaab heeft daarop aangegeven eiseres te willen meenemen om haar uit te huwelijken aan [naam 2] , een lid van Al Shabaab uit de wijk waar eiseres woonde. Al Shabaab is bij eiseres thuis geweest en omdat zij niet thuis was, hebben ze haar vader meegenomen. Eiseres heeft daarna ondergedoken gezeten bij een vriendin van de moeder van eiseres en heeft vervolgens met behulp van een smokkelaar Somalië verlaten.
Het bestreden besluit
7. Het asielrelaas van eiseres bevat volgens verweerder de volgende relevante elementen:
Identiteit, nationaliteit en herkomst;
Problemen met Al Shabaab.
7.1.
Verweerder acht de naam, nationaliteit en herkomst van eiseres geloofwaardig. De door eiseres gestelde geboortedatum van [geboortedatum 1] wordt door verweerder niet gevolgd. Eiseres heeft eerder een asielaanvraag ingediend in Zweden en naar aanleiding van de uitslag van een in Zweden uitgevoerd leeftijdsonderzoek, houdt verweerder als geboortedatum [geboortedatum 2] aan. Omdat eiseres op de hoogte was van de uitslag van het leeftijdsonderzoek in Zweden en zij in Nederland opnieuw heeft opgegeven minderjarig te zijn, vindt verweerder dat eiseres valse informatie heeft verstrekt over haar identiteit. Verweerder acht de problemen met Al Shabaab ongeloofwaardig. Verweerder vindt dat eiseres summier heeft verklaard op essentiële onderdelen van haar relaas. Er had volgens verweerder een nauwkeurigere tijdsaanduiding verwacht mogen worden. Ook heeft verweerder eiseres tegengeworpen dat zij niet kan verklaren hoe vaak haar vader is benaderd door Al Shabaab. Volgens verweerder is dat des te meer opvallend aangezien eiseres heeft verklaard hoofdzakelijk thuis te zijn geweest. Verder stelt verweerder dat de verklaringen van eiseres tegenstijdig en wisselend zijn. Eiseres heeft bijvoorbeeld enerzijds verklaard dat zij nog naar school ging en anderzijds heeft zij verklaard dat wanneer iemand doelwit is van Al Shabaab, deze groepering doorgaat tot ze krijgt wat ze willen. Verder heeft eiseres volgens verweerder wisselend verklaard over het al dan niet in bezit zijn van het telefoonnummer van haar moeder. Ook maken de verklaringen van eiseres niet duidelijk dat Al Shabaab naar haar persoonlijk op zoek is. Tot slot doet volgens verweerder afbreuk aan haar verklaringen dat niets van wat eiseres heeft verklaard uit eigen waarneming is. Eiseres wordt niet als alleenstaande vrouw gezien omdat verondersteld wordt dat zij familie heeft in Somalië waar zij kan verblijven. Verweerder concludeert daarom dat de asielaanvraag moet worden afgewezen als kennelijk ongegrond.
Het eerste relevante element
8. De rechtbank stelt vast dat er geen beroepsgrond is gericht tegen het ongeloofwaardig achten van de door eiseres opgegeven geboortedatum en de conclusie van verweerder dat eiseres valse informatie heeft verstrekt met betrekking tot haar identiteit.
Heeft verweerder het tweede relevante element (problemen met Al Shabaab) ongeloofwaardig kunnen achten?
9. De rechtbank is van oordeel dat verweerder het standpunt dat de problemen met Al Shabaab ongeloofwaardig zijn, onvoldoende heeft onderbouwd. De rechtbank motiveert dat als volgt.
Verklaringen summier en algemeen
9.1.
Verweerder heeft eiseres tegengeworpen dat zij niet heeft kunnen verklaren hoe vaak haar vader is benaderd door Al Shabaab. Dit is volgens verweerder des te meer opvallend omdat eiseres zou hebben verklaard hoofdzakelijk thuis te zijn geweest.
9.1.1.
De rechtbank volgt dit standpunt van verweerder niet. In de eerste plaats heeft eiseres niet verklaard dat zij hoofdzakelijk thuis was. Ze heeft verklaard dat ze overdag naar school ging en in antwoord op de vraag wat zij in haar vrije tijd deed heeft zij gezegd dat zij dan hoofdzakelijk thuis zat (p. 7 van het rapport van het aanmeldgehoor van 17 juli 2023). In de zienswijze heeft eiseres erop gewezen dat ze overdag naar school ging. De reactie van verweerder in het bestreden besluit dat de omstandigheid dat eiseres naar school ging nog niet wil zeggen dat zij daardoor niet veel thuis kan zijn geweest en het standpunt ter zitting dat iemand die bijvoorbeeld van 8.30 uur tot 15.00 uur naar school gaat alsnog hoofdzakelijk thuis is, kan de rechtbank niet volgen. Daarbij heeft eiseres toegelicht dat zij als meisje in Somalië buiten de uren dat ze naar school ging, geacht werd in huis te blijven en dat kinderen in Somalië, zeker meisjes in de leeftijd van eiseres, niet geacht worden kennis te nemen van wat door volwassen mannen als haar vader met derden in of bij de woning wordt besproken. Dit kan volgens de rechtbank verklaren waarom zij niet uitgebreider en gedetailleerder heeft kunnen vertellen over de contacten van Al Shabaab en haar vader.
Verklaringen tegenstrijdig en wisselend
10.1.
Verder heeft verweerder zich in het bestreden besluit op het standpunt gesteld dat de verklaringen van eiseres over het feit dat ze naar school is blijven gaan, terwijl haar ouders wisten dat Al Shabaab op zoek was naar eiseres, wisselend en tegenstrijdig zijn.
10.1.1.
De rechtbank volgt verweerder niet in zijn standpunt dat de verklaring van eiseres enerzijds dat zij nog naar school ging en haar vader dacht dat hij de problemen met Al Shabaab op een andere manier kon oplossen en anderzijds dat wanneer iemand eenmaal doelwit is van Al Shabaab is, de groepering doorgaat tot ze krijgt wat ze wil niet met elkaar in overeenstemming zijn. Ten aanzien van het laatste heeft eiseres verklaard dat zij dat inzicht pas heeft verkregen nadat Al Shabaab haar vader heeft meegenomen. Mede in het licht van de verklaring dat Al Shabaab aanvankelijk enkel wilde dat de vader van eiseres zich bij hen aansloot, ziet de rechtbank niet dat de verklaringen van eiseres op dit punt wisselend en tegenstrijdig zijn. Verder heeft de gemachtigde van eiseres ter zitting toegelicht dat eiseres denkt dat zij op school, waar je met veel kinderen bent en er beveiliging is, misschien wel veiliger bent dan thuis. Ter zitting heeft de gemachtigde van verweerder verwezen naar pagina 8 van het aanmeldgehoor van 16 juli 2022, waaruit zou blijken dat eiseres al eerder ondergedoken heeft gezeten naar aanleiding van een telefoontje dat haar vader van Al Shabaab kreeg. Hetgeen verweerder op die pagina van het aanmeldgehoor leest, leest de rechtbank daar niet zo expliciet.
10.2.
Ook heeft verweerder zich in het bestreden besluit op het standpunt gesteld dat eiseres tegenstrijdig heeft verklaard over het in het bezit zijn van het telefoonnummer van haar moeder.
10.2.1.
De rechtbank is met verweerder van oordeel dat eiseres tegenstrijdig heeft verklaard over het in het bezit zijn van het telefoonnummer van haar moeder. In het aanmeldgehoor van 22 juli 2022 heeft eiseres verklaard dat zij het telefoonnummer van haar moeder heeft meegenomen, maar dat er later iets verkeerd is gegaan en er misschien iets met het nummer aan de hand is. Tijdens het nader gehoor zegt eiseres dat ze het telefoonnummer nergens (in de gronden van beroep gecorrigeerd naar ergens) heeft opgeschreven en ook niet heeft onthouden. Of eiseres nu ergens of nergens heeft gezegd tijdens het nader gehoor, de rechtbank acht deze verklaring tegenstrijdig aan de verklaring die zij tijdens het aanmeldgehoor heeft gegeven. Bovendien heeft eiseres ter zitting weer een andere verklaring gegeven, dat wil zeggen dat zij het telefoonnummer van haar moeder wel heeft onthouden, maar dat zij zich door alle gebeurtenissen de laatste twee cijfers van het nummer niet meer kan herinneren.
Verklaringen maken niet duidelijk dat Al Shabaab naar eiseres persoonlijk op zoek is
11.1.
In het voornemen heeft verweerder aan eiseres tegengeworpen dat zij niet heeft kunnen uitleggen waarom Al Shabaab specifiek naar haar op zoek is. Tevens zijn de verklaringen van eiseres over het gedwongen huwelijk volgens verweerder niet aannemelijk in het licht van de beschikbare landeninformatie omdat uit verschillende openbare bronnen zou blijken dat de meeste huwelijken met Al Shabaab op vrijwillige basis zijn. Verweerder heeft daarbij verwezen naar een EASO-rapport uit 2019 [5] en het Algemeen ambtsbericht Somalië van december 2021.
11.1.1.
In reactie op de zienswijze van 22 november 2023, waarin eiseres heeft aangevoerd dat zij niet hoeft uit te kunnen leggen waarom Al Shabaab specifiek naar haar op zoek is, heeft verweerder in het bestreden besluit aangegeven dat eiseres erin wordt gevolgd dat niet van haar verwacht kan worden dat zij uitlegt waarom Al Shabaab specifiek naar haar op zoek is. Volgens verweerder mag wel van haar worden verwacht worden dat zij aannemelijk maakt dat Al Shabaab specifiek naar haar op zoek is. De rechtbank begrijpt niet wat het verschil is tussen het een en het ander en evenmin waarom dit van eiseres verwacht had kunnen worden. Eiseres heeft immers toegelicht dat het Al Shabaab in eerste instantie om haar vader te doen was en dat de uithuwelijking pas aan de orde is gekomen toen haar vader het lidmaatschap van Al Shabaab niet af kon kopen.
11.1.2.
Eiseres heeft in de aanvullende zienwijze van 28 november 2023 verder gewezen op pagina 60 van het Algemeen ambtsbericht Somalië van juni 2023, waaruit blijkt dat Al Shabaab tijdens de verslagperiode veelvuldig meisjes en vrouwen bleef dwingen tot een huwelijk. Dit gebeurde volgens het ambtsbericht onder meer als families niet konden voldoen aan de financiële eisen van Al Shabaab. In reactie hierop heeft verweerder in het bestreden besluit aangegeven dat de omstandigheid dat gedwongen huwelijken veel voorkomen, nog niet wil zeggen dat dit op eiseres persoonlijk van toepassing is. De rechtbank acht deze reactie, mede in het licht van de verklaring van eiseres dat haar vader het lidmaatschap van Al Shabaab niet af kon kopen, niet afdoende.
12. Gelet op wat hiervoor is overwogen, is de rechtbank van oordeel dat verweerder zich onvoldoende gemotiveerd op het standpunt heeft gesteld dat de door eiseres gestelde problemen met Al Shabaab ongeloofwaardig zijn. Dit betekent dat het bestreden besluit onvoldoende is gemotiveerd. De overige gronden van beroep behoeven dan ook geen bespreking.

Conclusie en gevolgen

13. Het beroep tegen het niet tijdig nemen van een besluit zal niet-ontvankelijk worden verklaard vanwege het ontbreken van procesbelang.
14. Het beroep tegen bestreden besluit zal gegrond worden verklaard, omdat het bestreden besluit in strijd is met artikel 3:46 van de Awb. Dit betekent dat eiseres gelijk krijgt. De rechtbank zal daarom het bestreden besluit vernietigen. De rechtbank ziet geen aanleiding de rechtsgevolgen van het bestreden besluit in stand te laten of zelf in de zaak te voorzien, omdat de geloofwaardigheidsbeoordeling een bevoegdheid is die verweerder toebehoort. Ook ziet de rechtbank geen aanleiding om een bestuurlijke lus toe te passen, omdat dit volgens de rechtbank geen doelmatige en efficiënte manier is om de zaak af te doen. Verweerder zal daarom een nieuw besluit moeten nemen, waarbij rekening wordt gehouden met deze uitspraak. Verweerder dient dit besluit te nemen binnen 12 weken na de dag van bekendmaking van deze uitspraak.
15. Omdat het beroep gegrond is, ziet de rechtbank aanleiding om verweerder te veroordelen in de gemaakte proceskosten voor het beroep tegen het bestreden besluit. Deze kosten stelt de rechtbank op grond van het Bpb [6] voor de door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand vast op € 1.750,- (1 punt voor het indienen van het beroepschrift en 1 punt voor het verschijnen ter zitting, met een waarde per punt van € 875,- en een wegingsfactor 1).
16. Nu tussen partijen niet in geschil is dat de beslistermijn is overschreden en pas na deze overschrijding een besluit op de asielaanvraag is genomen, zal de rechtbank verweerder eveneens veroordelen in de proceskosten van eiseres voor het beroep niet tijdig beslissen. Deze kosten worden op grond van het Bpb vastgesteld op € 437,50 (1 punt voor het indienen van het beroepschrift met een waarde per punt van € 875,- en een wegingsfactor 0,5).

Beslissing

De rechtbank:
- verklaart het beroep tegen het niet tijdig nemen van een besluit niet-ontvankelijk;
- verklaart het beroep tegen het bestreden besluit gegrond;
- vernietigt het bestreden besluit;
- draagt verweerder op een nieuw besluit te nemen op de aanvraag binnen twaalf weken na de dag van bekendmaking van deze uitspraak waarbij rekening wordt gehouden met deze uitspraak;
- veroordeelt verweerder tot betaling van € 2.187,50,- aan proceskosten aan eiseres.
Deze uitspraak is gedaan door mr. A.W.C.M. van Emmerik, rechter, in aanwezigheid van mr. Y. van Wijk, griffier en openbaar gemaakt door geanonimiseerde publicatie op rechtspraak.nl.
De uitspraak is bekendgemaakt op:
Informatie over hoger beroep
Een partij die het niet eens is met deze uitspraak, kan een hogerberoepschrift sturen naar de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State waarin wordt uitgelegd waarom deze partij het niet eens is met de uitspraak. Het hogerberoepschrift moet worden ingediend binnen één week na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. Kan de indiener de behandeling van het hoger beroep niet afwachten, omdat de zaak spoed heeft, dan kan de indiener de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State vragen om een voorlopige voorziening (een tijdelijke maatregel) te treffen.

Voetnoten

1.Zaak NL23.2511
2.Algemene wet bestuursrecht
3.Afdeling bestuursrecht van de Raad van State
4.Zie de uitspraak van 30 november 2022, ECLI:NL:RVS:2022:3352
5.EASO, Information on forced recruitment by Al-Shabaab in de government-controlled areas, methods of recruitment, recruitment procedure, profiles of the recruited, consequences of refusal to join the group, oktober 2019
6.Besluit proceskosten bestuursrecht