Uitspraak
Bestuursrecht
Rechtbank Den Haag
In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag, zittingsplaats Arnhem, op 10 april 2024, wordt het beroep van eiser tegen de afwijzing van zijn asielaanvraag beoordeeld. De staatssecretaris van Justitie en Veiligheid had de aanvraag op 21 juni 2023 afgewezen als kennelijk ongegrond, met een terugkeerbesluit en een inreisverbod voor tien jaar. Eiser, geboren in Iran en nooit in Afghanistan geweest, vreest voor zijn leven bij terugkeer naar Afghanistan vanwege zijn afvalligheid van de islam en zijn Hazara afkomst. De staatssecretaris achtte de afvalligheid ongeloofwaardig en concludeerde dat eiser geen gegronde vrees voor vervolging had.
De rechtbank oordeelt dat de staatssecretaris onvoldoende rekening heeft gehouden met de persoonlijke omstandigheden van eiser en de risico's die hij loopt bij terugkeer naar Afghanistan. De rechtbank verwijst naar eerdere uitspraken en ambtsberichten die aangeven dat er onvoldoende informatie beschikbaar is over de situatie van uit Europa terugkerende Afghanen. De rechtbank concludeert dat de staatssecretaris nader onderzoek moet verrichten naar de risico's in Afghanistan en vernietigt het bestreden besluit wegens strijd met de zorgvuldigheidseisen van de Algemene wet bestuursrecht. Eiser krijgt een vergoeding van zijn proceskosten vastgesteld op € 1.750,-.
De uitspraak benadrukt de noodzaak voor de staatssecretaris om zorgvuldig te motiveren en rekening te houden met de persoonlijke omstandigheden van asielzoekers, vooral in situaties waar er onduidelijkheid bestaat over de risico's in het land van herkomst.