ECLI:NL:RBDHA:2024:5574
Rechtbank Den Haag
- Vereenvoudigde behandeling
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid beroep tegen niet tijdig beslissen op asielaanvraag na inwilliging door staatssecretaris
In deze zaak heeft eiser, geboren op een onbekende datum en van Syrische nationaliteit, op 30 november 2023 beroep ingesteld tegen het niet tijdig beslissen op zijn asielaanvraag, die op 11 juli 2022 was ingediend. De staatssecretaris van Justitie en Veiligheid heeft op 6 december 2023 de asielaanvraag van eiser ingewilligd. De rechtbank heeft eiser op 8 december 2023 verzocht om binnen twee weken te reageren op de inwilligende beslissing, maar eiser heeft hierop geen reactie gegeven.
De rechtbank heeft besloten om partijen niet uit te nodigen voor een zitting, omdat dit op grond van artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) niet nodig is. Aangezien de staatssecretaris al een besluit op de asielaanvraag heeft genomen, heeft eiser geen belang meer bij zijn beroep tegen het niet tijdig nemen van een besluit. De rechtbank concludeert dat het besluit van de staatssecretaris volledig tegemoetkomt aan het beroep van eiser, waardoor het beroep niet-ontvankelijk is.
De rechtbank wijst erop dat de aanvraag op 11 juli 2022 is ingediend en dat de nationale procedure sinds 21 februari 2023 van toepassing is. De wettelijke termijn om te beslissen is sindsdien gaan lopen, met een verlengde beslistermijn van 15 maanden die op 21 mei 2024 eindigt. De ingebrekestelling van 10 november 2023 wordt als prematuur beschouwd, wat leidt tot de niet-ontvankelijkheid van het beroep. Er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door mr. F. Sijens, rechter, en openbaar gemaakt op www.rechtspraak.nl.