ECLI:NL:RBDHA:2024:5659
Rechtbank Den Haag
- Verzet
- Rechtspraak.nl
Verzet tegen niet-ontvankelijk verklaring van asielaanvraag
Op 11 januari 2024 heeft opposante beroep ingesteld tegen het niet tijdig beslissen op haar asielaanvraag van 24 september 2022. De rechtbank verklaarde bij uitspraak van 11 april 2023 het beroep niet-ontvankelijk. Tegen deze uitspraak heeft opposante verzet ingesteld. De rechtbank heeft vastgesteld dat het verzet gegrond is en doet uitspraak zonder zitting. De rechtbank heeft in de beroepszaak zonder zitting uitspraak gedaan, omdat het eindoordeel buiten redelijke twijfel staat. De rechtbank concludeert dat het beroepschrift te vroeg zou zijn ingediend, maar na beoordeling van de argumenten van opposante blijkt dat het beroepschrift tijdig is ingediend. De rechtbank oordeelt dat de eerdere uitspraak ten onrechte is gedaan en verklaart het verzet gegrond. De buiten-zittinguitspraak vervalt en het onderzoek wordt hervat in de stand waarin het zich bevond voor de eerdere uitspraak. Tevens veroordeelt de rechtbank de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid in de proceskosten van opposante, vastgesteld op € 437,50. De uitspraak is gedaan door mr. F. Sijens, rechter, in aanwezigheid van M.A. Postma, griffier. Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.