ECLI:NL:RBDHA:2024:5730
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- S. Ketelaars - Mast
- Rechtspraak.nl
Kennisgeving voortduring bewaring en ongegrondverklaring beroep tegen maatregel van bewaring
Op 19 april 2024 heeft de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in de zaak van een Tunesische eiser die in bewaring is gesteld op grond van de Vreemdelingenwet 2000. De staatssecretaris van Justitie en Veiligheid had op 5 januari 2024 de maatregel van bewaring opgelegd, welke maatregel nog steeds voortduurt. De rechtbank heeft op 12 april 2024 de zaak behandeld, maar eiser en zijn gemachtigde waren niet verschenen. De staatssecretaris was vertegenwoordigd door zijn gemachtigde. De rechtbank heeft het onderzoek ter zitting gesloten.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de maatregel van bewaring eerder is getoetst en dat deze tot het sluiten van het vorige onderzoek rechtmatig was. De beoordeling van de rechtmatigheid van de voortduren van de maatregel is beperkt tot de periode na 19 januari 2024. Eiser heeft de rechtbank verzocht om ambtshalve toetsing van de maatregel en om uitleg over eerdere rappels van de staatssecretaris. De rechtbank concludeert dat er zicht op uitzetting naar Tunesië is en dat de staatssecretaris voldoende voortvarend handelt in de uitzettingsprocedure.
De rechtbank heeft het beroep van eiser ongegrond verklaard en het verzoek om schadevergoeding afgewezen. Er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door rechter S. Ketelaars - Mast, in aanwezigheid van griffier K.E. Mulder, en is openbaar gemaakt via rechtspraak.nl. Tegen deze uitspraak staat geen rechtsmiddel open.