ECLI:NL:RBDHA:2024:5919
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen voortduren maatregel van bewaring in vreemdelingenzaak met uitzetting naar Marokko
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 23 april 2024 uitspraak gedaan in een beroep tegen het voortduren van de maatregel van bewaring van eiser, die van Marokkaanse nationaliteit is. De staatssecretaris van Justitie en Veiligheid had op 30 december 2023 de maatregel van bewaring opgelegd op grond van de Vreemdelingenwet 2000. Eiser heeft beroep ingesteld tegen deze maatregel en verzocht om schadevergoeding. De rechtbank heeft het beroep gelijktijdig met een andere zaak behandeld op 19 april 2024.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de staatssecretaris voldoende voortvarend werkt aan de uitzetting van eiser. Uit de voortgangsrapportage en het verhandelde ter zitting blijkt dat er meerdere vertrekgesprekken hebben plaatsgevonden en dat de nationaliteit van eiser op 17 april 2024 door de Marokkaanse autoriteiten is bevestigd. De rechtbank concludeert dat er zicht op uitzetting naar Marokko is en dat de maatregel van bewaring rechtmatig is. Eiser heeft aangevoerd dat hij niet verantwoordelijk is voor de vertraging in zijn uitzetting, maar de rechtbank oordeelt dat de staatssecretaris voldoende inspanningen heeft geleverd.
De rechtbank verklaart het beroep ongegrond en wijst het verzoek om schadevergoeding af. Er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door mr. M. Munsterman, rechter, en openbaar gemaakt op rechtspraak.nl.