ECLI:NL:RBDHA:2024:6800

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
3 mei 2024
Publicatiedatum
6 mei 2024
Zaaknummer
NL24.13167
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Rechters
  • A.S. Gaastra
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Voorlopige voorziening voor derdelander uit Oekraïne met tijdelijke bescherming

Op 3 mei 2024 heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in een zaak betreffende een verzoek om een voorlopige voorziening van een derdelander uit Oekraïne. Deze verzoeker, die tijdelijk verblijf had in Oekraïne, was naar Nederland gevlucht na het uitbreken van de oorlog en had tijdelijke bescherming gekregen op basis van de Richtlijn Tijdelijke Bescherming. De staatssecretaris van Justitie en Veiligheid had op 7 februari 2024 aan de verzoeker meegedeeld dat zijn tijdelijke bescherming per 4 maart 2024 zou eindigen, waardoor hij niet meer zou kunnen werken zonder tewerkstellingsvergunning en geen recht meer zou hebben op gemeentelijke opvang.

De verzoeker heeft hiertegen beroep ingesteld en tegelijkertijd gevraagd om een voorlopige voorziening. De voorzieningenrechter heeft, gezien de onverwijlde spoed, zonder zitting uitspraak gedaan. Hij oordeelde dat het onduidelijk was of de tijdelijke bescherming van de verzoeker daadwerkelijk per 4 maart 2024 was geëindigd. Dit leidde tot de conclusie dat de verzoeker zijn tijdelijke bescherming moest behouden totdat er op het beroep was beslist. De voorzieningenrechter heeft het verzoek om voorlopige voorziening toegewezen, waardoor de verzoeker voorlopig in Nederland mocht blijven, zijn recht op opvang behield en in Nederland mocht blijven werken.

Daarnaast heeft de voorzieningenrechter de staatssecretaris veroordeeld in de proceskosten van de verzoeker, vastgesteld op € 875,-. De uitspraak is gedaan door mr. A.S. Gaastra, in aanwezigheid van griffier mr. V. Bouman, en is openbaar gemaakt. Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG
Zittingsplaats Arnhem
Bestuursrecht
zaaknummer: NL24.13167

uitspraak van de voorzieningenrechter van 3 mei 2024 in de zaak tussen

[verzoeker], v-nummer: [nummer], verzoeker

(gemachtigde: mr. I. Özkara),
en

de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid.

Inleiding

1. In deze uitspraak beoordeelt de voorzieningenrechter het verzoek om een voorlopige voorziening van verzoeker.
1.1
Verzoeker behoort tot de groep derdelanders met een tijdelijke verblijfsrecht in Oekraïne die na het uitbreken van de oorlog in Oekraïne naar Nederland zijn gevlucht en hier tijdelijke bescherming kregen op grond van de Richtlijn Tijdelijke Bescherming. [1]
1.2.
Op 7 februari 2024 heeft de staatssecretaris aan verzoeker medegedeeld dat deze tijdelijke bescherming van rechtswege op 4 maart 2024 eindigt en dat hij vanaf die datum niet meer onder de Richtlijn Tijdelijke bescherming valt. Verzoeker mag daarom na die datum niet meer werken zonder tewerkstellingsvergunning en heeft geen recht meer op gemeentelijke opvang.
1.3.
Verzoeker heeft beroep ingesteld en gelijktijdig de voorzieningenrechter gevraagd om een voorlopige voorziening te treffen.
1.4.
Omdat onverwijlde spoed dat vereist, doet de voorzieningenrechter uitspraak zonder zitting. [2]

Beoordeling door de voorzieningenrechter

2. Als tegen een besluit beroep bij de rechtbank is ingesteld, kan de voorzieningenrechter van de rechtbank die bevoegd is in de hoofdzaak op verzoek een voorlopige voorziening treffen als onverwijlde spoed, gelet op de betrokken belangen, dat vereist. [3]
3. De voorzieningenrechter overweegt dat het op dit moment onduidelijk is of de tijdelijke bescherming van derdelanders zoals verzoeker per 4 maart 2024 is geëindigd. De voorzieningenrechter verwijst hierbij naar de uitspraak van de voorzieningenrechter van deze rechtbank en zittingsplaats van 4 april 2024. [4] Dat betekent dat op dit moment onduidelijk is welke rechten verzoeker nog heeft en ook op welke wijze hij die rechten kan effectueren. Voor de voorzieningenrechter is dit reden om het verzoek toe te wijzen en te bepalen dat verzoeker de tijdelijke bescherming behoudt totdat op het door hem ingestelde beroep is beslist. Dit komt ook overeen met de voorlopige voorzieningen zoals die op 2 april 2024 door de voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State (Afdeling) zijn getroffen en betekent dat derdelanders zoals verzoeker gelijk worden behandeld. [5]
4. De voorzieningenrechter wijst het verzoek om voorlopige voorziening daarom toe. Het treffen van de voorlopige voorziening betekent dat verzoeker voorlopig niet uit Nederland hoeft te vertrekken, dat hij zijn recht op opvang in Nederland behoudt en dat hij in Nederland mag blijven werken.
5. Omdat de voorzieningenrechter het verzoek toewijst ziet hij aanleiding om de staatssecretaris te veroordelen in de door verzoeker redelijkerwijs gemaakte proceskosten. Deze kosten stelt de voorzieningenrechter op grond van het Besluit proceskosten bestuursrecht van een door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand vast op € 875,- (1 punt voor het indienen van het verzoekschrift, met een waarde per punt van € 875,- en wegingsfactor 1).

Beslissing

De voorzieningenrechter:
- wijst het verzoek toe;
- bepaalt dat verzoeker wordt behandeld alsof het recht op tijdelijke bescherming bedoeld in de Richtlijn Tijdelijke Bescherming en de daarop gebaseerde Uitvoeringsbesluiten, op hem van toepassing is, tot uitspraak is gedaan op het beroep;
- veroordeelt de staatssecretaris in de proceskosten van verzoeker tot een bedrag van € 875,-.
Deze uitspraak is gedaan door mr. A.S. Gaastra, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van mr. V. Bouman, griffier.
De uitspraak is uitgesproken in het openbaar en bekendgemaakt op:
Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.

Voetnoten

1.Richtlijn 2001/55/EG en het daarop gebaseerde Uitvoeringsbesluit (EU) 2022/382 van 4 maart 2022.
2.Artikel 8:83, vierde lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) maakt dat mogelijk.
3.Dat staat in artikel 8:81 van de Awb.
5.Onder meer ECLI:NL:RVS:2024:1366.