ECLI:NL:RBDHA:2024:7038

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
2 mei 2024
Publicatiedatum
8 mei 2024
Zaaknummer
NL24.575
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • B.F.Th. de Roos
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hersteluitspraak inzake weggevallen tekst door technische fout in bestuursrechtelijke procedure

Op 2 mei 2024 heeft de Rechtbank Den Haag, zittingsplaats Middelburg, een hersteluitspraak gedaan in de zaak met zaaknummer NL24.575-H. Deze uitspraak betreft een aanvulling op een eerdere uitspraak van 17 april 2024, waarin door een technische fout een deel van de tekst was weggevallen. De rechtbank heeft vastgesteld dat rechtsoverweging 9 van de eerdere uitspraak slechts ten dele was opgenomen in de aan partijen verzonden uitspraak. De volledige tekst was echter wel gepubliceerd op de website van de rechtspraak.

In de hersteluitspraak heeft de rechtbank de omissie gecorrigeerd door de volledige tekst van rechtsoverweging 9 te publiceren. Hierin oordeelt de rechtbank dat er niets in de Dublinverordening, de Procedurerichtlijn of de Kwalificatierichtlijn erop wijst dat lidstaten verplicht zijn om een persoon de vluchtelingenstatus toe te kennen, enkel omdat een andere lidstaat deze status al heeft verleend. Dit volgt uit de systematiek van het gezamenlijk Europees Asielsysteem (GEAS), waarbij een lidstaat niet verplicht is om internationale bescherming te erkennen zonder zelf een inhoudelijk onderzoek uit te voeren.

De uitspraak is gedaan door rechter B.F.Th. de Roos, in aanwezigheid van griffier S.S. van der Velde, en is openbaar gemaakt door middel van een geanonimiseerde publicatie op de website van de rechtspraak. Tegen deze uitspraak staat geen rechtsmiddel open.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG
Zittingsplaats Middelburg
Bestuursrecht
zaaknummer: NL24.575-H

uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen

[naam], eiseres,

V-nummer: [nummer]
(gemachtigde: mr. C.G. Matze),
en

de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid,

(gemachtigde: mr. W. Epema).

Overwegingen

Gebleken is dat in de uitspraak van 17 april 2024 door een technische fout een deel van de tekst is weggevallen. Rechtsoverweging 9 is slechts ten dele opgenomen in de uitspraak die aan partijen is gezonden. De volledige tekst van de uitspraak is wel gepubliceerd op de website van de rechtspraak. [1] De rechtbank wenst de omissie op navolgende wijze te herstellen.

Beslissing

Rechtsoverweging 9 luidt als volgt:
De rechtbank oordeelt dat niets in de Dublinverordening, [2] de Procedurerichtlijn [3] of de Kwalificatierichtlijn [4] erop wijst dat de lidstaten verplicht zijn een persoon de vluchtelingenstatus toe te kennen uitsluitend omdat een andere lidstaat hem die status al heeft toegekend. Het volgt uit de systematiek van het gezamenlijk Europees Asielsysteem (GEAS) dat een lidstaat niet verplicht is om de internationale bescherming te erkennen, zonder zelf een inhoudelijk onderzoek uit te voeren.
Deze uitspraak is gedaan door mr. B.F.Th. de Roos, rechter, in aanwezigheid van mr. S.S. van der Velde, griffier, en openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op www.rechtspraak.nl.
De uitspraak is bekendgemaakt op:
Tegen deze uitspraak staat geen rechtsmiddel open.

Voetnoten

1.www.rechtspraak.nl, ECLI:NL:RBDHA:2024:5879, publicatiedatum 23 april 2024.
2.Verordening (EU) nr. 604/2013.
3.Richtlijn 2013/32/EU.
4.Richtlijn 2011/95/EU.