Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen
[naam eiser] , eiser,
de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder,
Procesverloop
Overwegingen
Beslissing
www.rechtspraak.nl.
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 3 mei 2024 uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke procedure betreffende de asielaanvraag van eiser, die de Marokkaanse nationaliteit heeft. Eiser had op 4 april 2024 een asielaanvraag ingediend, welke door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid op 4 april 2024 kennelijk ongegrond werd verklaard. Eiser heeft beroep ingesteld tegen dit besluit, maar is samen met zijn gemachtigde niet verschenen op de zitting van 2 mei 2024 in Breda. De rechtbank heeft vastgesteld dat eiser op 5 april 2024 als 'met onbekende bestemming vertrokken' is geregistreerd, wat impliceert dat hij geen prijs meer stelt op de bescherming die hij aanvankelijk zocht.
De rechtbank overweegt dat indien een vreemdeling Nederland verlaat zonder de autoriteiten te informeren over zijn verblijfplaats, er in beginsel vanuit moet worden gegaan dat hij geen belang meer heeft bij de procedure. De gemachtigde van eiser heeft op 29 april 2024 aan de rechtbank laten weten dat hij geen contact kan krijgen met eiser en dat hij niet kan bevestigen waar eiser zich bevindt. Tijdens de zitting op 2 mei 2024 heeft noch eiser, noch zijn gemachtigde zich gemeld, en er is geen bewijs dat eiser nog in Nederland verblijft of dat hij nog belang heeft bij de beoordeling van zijn asielaanvraag.
De rechtbank concludeert dat het beroep van eiser niet-ontvankelijk moet worden verklaard, omdat hij niet heeft aangetoond dat hij nog belang heeft bij de procedure. Er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gemaakt en kan worden aangevochten bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State binnen een week na bekendmaking.