Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen
[eiseres], eiseres
de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder
Procesverloop
Overwegingen
10 september 2020 heeft verweerder het bezwaar van eiseres ongegrond verklaard. De rechtbank heeft op 10 juni 2022 geoordeeld dat dit besluit in stand kon blijven.
Hierop heeft verweerder het BMA verzocht om een nieuw advies uit te brengen, met verwijzing naar de voornoemde uitspraak van de Afdeling. Op 27 januari 2023 heeft het BMA een nieuw advies uitgebracht. Het BMA overweegt dat het (zoals ook aangegeven in het BMA-protocol) adviseert in het algemeen geen beslissing te nemen op grond van een medisch advies ouder dan zes maanden omdat de medische situatie van de vreemdeling gewijzigd zou kunnen zijn. In het geval van eiseres zijn het medisch advies en de aanvulling erop al van meer dan drie jaar geleden. Ook de deskundigenrapportage is van meer dan drie jaar geleden. Daarom is de actuele medische situatie in kaart gebracht aan de hand van de meest recente medische informatie. Dit betreft informatie van 8 januari 2023 van de huisarts van eiseres. Int het BMA-advies is verder vermeld dat de situatie van eiseres gewijzigd is omdat uit de informatie niet blijkt dat er nog sprake is van psychische problematiek waarvoor behandeling nodig is. Eiseres staat op dit moment niet onder behandeling en haar laatste controle of behandeling bij de huisarts dateert van augustus 2022
.In augustus 2022 had eiseres af en toe een hoge bloeddruk en een snelle hartslag en was er sprake van veel stress. Eiseres heeft van de huisarts een bloeddrukverlager voorgeschreven gekregen die zij zo nodig kon gebruiken. Ook is de schildklierfunctie onderzocht, die bleek binnen de normaalwaarden te liggen. Aldus steeds het BMA-advies.
De gemachtigde van eiseres heeft op 3 februari 2023 op dit BMA rapport gereageerd. Op
6 maart 2023 heeft er een hoorzitting plaatsgevonden, waar eiseres onder meer heeft verklaard dat zij niet onder behandeling staat, dat zij geen behandeling krijgt omdat zij geen verzekering heeft, dat men na Covid-19 gestopt is met het verstrekken van medicatie en dat zij zelf op andere wijze in medicatie voorziet.
.Alhoewel statushouders (in Italië) in theorie dezelfde rechten hebben, zijn er in de praktijk aanzienlijke obstakels voor het verkrijgen van toegang. Eiseres heeft geen Italiaanse verblijfsvergunning meer en geen zorgverzekeringskaart. Zij verwijst naar het AIDA country report over Italië van mei 2022.
De beoordeling
nietzou kunnen worden uitgegaan van het BMA-advies. De enkele, niet onderbouwde, stellingen van eiseres dat zij nog steeds ernstige psychische klachten heeft en daarvoor medicatie nodig heeft (die zij uit Iran betrekt), zijn in dit kader onvoldoende. De rechtbank overweegt hierbij dat eiseres, gelet op de informatie van de huisarts van 8 januari 2023 (zoals blijkend uit het BMA-advies), nog wel door de huisarts is behandeld in augustus 2022 voor andere klachten en dat de huisarts spreekt van stressklachten, maar dat de huisarts er geen melding van maakt dat (nog steeds) sprake is van psychische klachten waarvoor behandeling (al dan niet middels medicatie) noodzakelijk is. Dat eiseres op eigen initiatief medicatie gebruikt die zij uit Iran laat overkomen, is onvoldoende om tot een ander oordeel te komen. Die medicatie is immers niet door een arts voorgeschreven. Uit de door eiseres eerder overgelegde informatie van Mozaïk, waar zij in 2019 onder behandeling was, blijkt bovendien dat in 2018 is besloten de door eiseres gebruikte medicatie te saneren. Verder blijkt uit wat op de hoorzitting is besproken dat de medicatie sinds eind 2022 niet meer wordt voorgeschreven. Dat dit laatste het gevolg is van Covid-19, zoals eiseres stelt, is niet met stukken onderbouwd en acht de rechtbank zonder verdere toelichting (die niet is gegeven) ook niet aannemelijk omdat de laatste (verplichte) Covid-19 maatregelen in Nederland in het voorjaar van 2022 al zijn vervallen. Dat eiseres enkel niet behandeld wordt omdat zij onverzekerd is, is evenmin met stukken onderbouwd. Verweerder merkt terecht op dat uit de informatie van Mozaïk over de behandeling die eiseres in 2019 kreeg, blijkt dat eiseres destijds ook onverzekerd was en dat dat toen kennelijk geen belemmering vormde. Voor medisch noodzakelijke kosten die de vreemdeling niet zelf kan betalen bestaat bovendien voor zorgverleners de mogelijkheid een beroep te doen op de Regeling onverzekerbare vreemdelingen. Voor zover eiseres verwijst naar het arrest van het Hof van Justitie van 22 november 2022 wordt dit betoog ook niet gevolgd. In dat arrest was (zoals verweerder ook overweegt) sprake van een medische noodsituatie op korte termijn en van medische behandeling, terwijl dit in de situatie van eiseres niet het geval is.
.Gelet hierop en op de inhoud van het BMA-advies, waaruit volgt dat er momenteel geen sprake is van behandeling dan wel psychische problematiek waarvoor behandeling noodzakelijk is, heeft verweerder geen nader onderzoek hoeven doen of medische garanties hoeven vragen aan Italië.
27 januari 2023 en de afwijzing van de aanvraag op grond van artikel 64 van de Vw heeft gehandhaafd. Gelet hierop komt de rechtbank aan het overige wat eiseres aanvoert, over de terugwerkende kracht van een verblijfsaanspraak, niet toe.
Beslissing
mr.T.M.M. Plukaard, griffier.