ECLI:NL:RBDHA:2024:7113

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
26 april 2024
Publicatiedatum
10 mei 2024
Zaaknummer
NL24.12624
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek voorlopige voorziening in asielprocedure na uitspraak in beroepsprocedure

In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 26 april 2024 uitspraak gedaan in een verzoek om een voorlopige voorziening in het kader van een asielprocedure. De verzoeker, die een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd had aangevraagd, had tegen het besluit van de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid beroep ingesteld. Dit besluit, dat op 22 maart 2024 was genomen, wees de aanvraag van de verzoeker af als kennelijk ongegrond.

De voorzieningenrechter heeft het verzoek om een voorlopige voorziening behandeld op 19 april 2024, waarbij de gemachtigde van de verzoeker aanwezig was, maar de verzoeker zelf niet. Tijdens deze zitting werd ook een andere zaak, met nummer NL24.12623, behandeld. In die zaak heeft de rechtbank op dezelfde dag uitspraak gedaan, waardoor de noodzaak voor een voorlopige voorziening in de onderhavige zaak kwam te vervallen.

De voorzieningenrechter heeft geconcludeerd dat, gezien de uitspraak in de andere zaak, het verzoek om een voorlopige voorziening niet meer nodig was en heeft dit verzoek afgewezen. Tevens is er geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door mr. G.P. Loman, in aanwezigheid van de griffier mr. M.M.A.F.C. Lienaerts, en is openbaar gemaakt op 26 april 2024. Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.

Uitspraak

uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Utrecht Bestuursrecht zaaknummer: NL24.12624
uitspraak van de voorzieningenrechter in de zaak tussen

[verzoeker] , verzoeker V-nummer: [V nummer]

(gemachtigde: mr. M.R. van der Pol), en
de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder (gemachtigde: mr. S.H.F. Pols).

Procesverloop

Bij besluit van 22 maart 2024 (het bestreden besluit) heeft verweerder de aanvraag van verzoeker tot het verlenen van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd in de algemene procedure afgewezen als kennelijk ongegrond.
Verzoeker heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld. Hij heeft verder de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen.
De voorzieningenrechter heeft het verzoek, tezamen met de zaak NL24.12623, op 19 april 2024 op zitting behandeld. De gemachtigde van verzoeker is verschenen en verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde. Verzoeker is niet verschenen.

Overwegingen

1. Bij uitspraak van vandaag, in zaaknummer NL24.12623, heeft de rechtbank uitspraak gedaan op het beroep. Een voorlopige voorziening is daarom niet meer nodig. De voorzieningenrechter wijst het verzoek om die reden af.
2. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De voorzieningenrechter wijst het verzoek om voorlopige voorziening af.
Deze uitspraak is gedaan door mr. G.P. Loman, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van mr. M.M.A.F.C. Lienaerts, griffier.
De uitspraak is uitgesproken in het openbaar en bekendgemaakt op:
26 april 2024

Documentcode: [V nummer]

Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.