ECLI:NL:RBDHA:2024:7115

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
26 april 2024
Publicatiedatum
10 mei 2024
Zaaknummer
NL24.12623
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing asielaanvraag van Marokkaanse eiser wegens ongeloofwaardige identiteit en herkomst

In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag, zittingsplaats Utrecht, wordt het beroep van een Marokkaanse eiser tegen de afwijzing van zijn asielaanvraag beoordeeld. Eiser, die stelt van Marokkaanse nationaliteit te zijn, diende op 13 maart 2024 een aanvraag in voor een verblijfsvergunning asiel. De Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid heeft deze aanvraag op 22 maart 2024 afgewezen als kennelijk ongegrond, met als argument dat de identiteit van eiser niet voldoende kon worden vastgesteld en dat zijn asielrelaas ongeloofwaardig was.

De rechtbank heeft op 19 april 2024 de zaak behandeld, waarbij de gemachtigden van zowel eiser als de Staatssecretaris aanwezig waren. Eiser zelf was niet verschenen. De rechtbank concludeert dat de verklaringen van eiser over zijn identiteit en de problemen met zijn tantes ongeloofwaardig zijn. Eiser heeft tegenstrijdige geboortedata opgegeven en beschikt niet over identificerende documenten. De rechtbank oordeelt dat de Staatssecretaris terecht heeft vastgesteld dat Marokko als veilig land van herkomst kan worden aangemerkt, en dat er geen gegronde redenen zijn voor vrees voor vervolging in de zin van het Vluchtelingenverdrag.

De rechtbank wijst het beroep van eiser af en concludeert dat de aanvraag terecht als kennelijk ongegrond is afgewezen. Eiser krijgt geen vergoeding van zijn proceskosten. Deze uitspraak is gedaan door rechter G.P. Loman en is openbaar gemaakt op 26 april 2024.

Uitspraak

uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Utrecht Bestuursrecht zaaknummer: NL24.12623
uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen
[eiser], V-nummer: [V nummer] , eiser (gemachtigde: mr. M.R. van der Pol),
en
de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder (gemachtigde: mr. S.H.F. Pols).

Inleiding

In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank het beroep van eiser tegen de afwijzing van de asielaanvraag van eiser. Eiser stelt van Marokkaanse nationaliteit te zijn en te zijn geboren op [geboortedatum] 1997. Hij heeft op 13 maart 2024 een aanvraag tot het verlenen van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd ingediend. De staatssecretaris heeft met het bestreden besluit van 22 maart 2024 deze aanvraag in de algemene procedure afgewezen als kennelijk ongegrond.
De rechtbank heeft het beroep op 19 april 2024 op zitting behandeld. Hieraan hebben deelgenomen: de gemachtigde van eiser en de gemachtigde van de staatssecretaris. Eiser is niet verschenen.

Beoordeling door de rechtbank

Het asielrelaas
3. Eiser legt aan zijn asielaanvraag het volgende ten grondslag. Eiser heeft verklaard dat tantes van moederskant zwarte magie hebben toegepast bij de vader en moeder van eiser. De vader van eiser heeft hierdoor een ongeluk gehad met de auto en hij is bij dat ongeluk overleden. Ook verklaart eiser dat de tante zijn moeder gek hebben gemaakt. Dit hebben de tantes gedaan om de erfenis op te strijken. Eiser vreest dat deze familieleden ook zwarte magie op hem zullen toepassen.

Het bestreden besluit

4. Het asielrelaas van eiser bevat volgens de staatssecretaris de volgende relevante elementen:
1. Identiteit, nationaliteit en herkomst;
2. Problemen met tantes van moederskant.
De staatssecretaris stelt zich hierover op het standpunt dat alleen de nationaliteit en herkomst van eiser geloofwaardig zijn. De identiteit van eiser en de problemen met zijn tantes worden ongeloofwaardig geacht. De staatssecretaris concludeert, omdat Marokko als veilig land van herkomst is aangemerkt, dat de asielaanvraag wordt afgewezen als zijnde kennelijk ongegrond.
Kan de identiteit van eiser niet worden vastgesteld?
5. Eiser stelt zich op het standpunt dat zijn identiteit door de staatssecretaris wel vastgesteld kan worden. Deze vaststelling kan geschieden aan de hand van het relaas van eiser en de – in fonetische zin – ongeveer identieke namen. Eiser zou hierom het voordeel van de twijfel moeten krijgen te meer ook omdat hij net over identificerende documenten beschikt.
6. De staatssecretaris stelt zich naar het oordeel van de rechtbank niet ten onrechte op het standpunt dat, al zou aangenomen worden dat de namen fonetisch ongeveer gelijk zijn, eiser uiteenlopende geboortedata heeft opgegeven. Deze geboortedata verschillen van dag, maand en jaartal. Daarnaast heeft de staatssecretaris niet ten onrechte vastgesteld dat eiser niet beschikt over identificerende documenten en over het bezit van deze documenten tegenstrijdig verklaart. Deze beroepsgrond slaagt daarom niet.

Zijn de verklaringen van eiser over zijn asielrelaas ongeloofwaardig?

7. Eiser voert in beroep aan dat er een reële kans is dat hij bij terugkomst in Marokko door tantes van moederskant mishandeld of vermoord te worden. Het relaas van eiser hierover is niet innerlijk tegenstrijdig en in overeenstemming met landeninformatie over ‘zwarte magie’ in Marokko. Eiser stelt zich op het standpunt dat de staatssecretaris hem het voordeel van de twijfel moet gunnen gelet op de geloofwaardigheid van zijn asielrelaas en het bestaan van een gegronde vrees en een reële risico op een schending van artikel 3 EVRM.
8. De rechtbank is van oordeel dat de staatssecretaris zich niet ten onrechte op het standpunt heeft gesteld dat de verklaringen van eiser over de gebeurtenissen ongerijmd zijn en eiser geen verklaring heeft gegeven over waarom zijn tantes na acht jaar nog altijd achter hem aan zitten. De staatssecretaris mocht hierbij betrekken dat eiser weliswaar heeft verklaard waarom zijn tantes hem iets willen aandoen, maar niet heeft kunnen verklaren waarom dit na het verstrijken van acht jaar nog steeds zo is. De staatssecretaris heeft niet ten onrechte overwogen dat dit afbreuk doet aan de geloofwaardigheid van de verklaringen van eiser. De enkele stelling dat het relaas van eiser op hoofdlijnen in overeenstemming is met landeninformatie doet hier naar het oordeel van de rechtbank niet aan af omdat eiser deze (blote) stelling op geen enkele manier heeft onderbouwd. Ook acht de rechtbank geen gronden aanwezig op basis waarvan de staatssecretaris eiser het voordeel van de twijfel zou moeten geven. Deze beroepsgrond slaagt niet.

Is Marokko een veilig land van herkomst?

9. Eiser stelt zich op het standpunt, onder verwijzing naar rapporten van
Freedom Houseuit 2019 en 2021, dat Marokko in het algemeen en voor eiser persoonlijk niet langer als veilig land van herkomst kan worden aangemerkt.
10. De rechtbank oordeelt dat de beroepsgrond van eiser een herhaling betreft van hetgeen in de zienswijze reeds naar voren is gebracht. De rechtbank stelt vast dat de staatssecretaris in het bestreden besluit voldoende gemotiveerd is ingegaan op de zienswijze van eiser. De staatssecretaris heeft zich in deze motivering niet ten onrechte op het standpunt gesteld dat deze informatie van
Freedom Houseal is meegenomen in de herbeoordeling van Marokko als veilig land van herkomst en dat deze informatie geen achteruitgang van Marokko laat zien. Daarnaast heeft de staatssecretaris zich ter zitting niet ten onrechte beroepen op recente jurisprudentie van de Afdeling bestuursrechtspraak1 waarin de beoordeling van Marokko als veilig land van herkomst, in navolging van en onder verwijzing naar een uitspraak van deze rechtbank2, is bevestigd. Nu eiser niet voldoende concreet heeft aangegeven op welke wijze het bestreden besluit de toets in rechte niet kan doorstaan, kan een enkele herhaling van zetten niet tot enig resultaat leiden. De beroepsgrond slaagt reeds hierom niet.

Is eiser een vluchteling in de zin van het Vluchtelingenverdrag?

11. Eiser voert in beroep aan dat hij aannemelijk heeft gemaakt dat hij in het land van herkomst gegronde redenen heeft te vrezen voor vervolging in de zin van het Vluchtelingenverdrag. Eiser stelt zich op het standpunt dat hij daarom in aanmerking komt voor een verblijfsvergunning asiel op grond van vluchtelingschap.
12. In deze beroepsgrond vat eiser zijn andere beroepsgronden samen. Nu deze andere gronden allemaal niet slagen, gaat hetgeen eiser in deze laatste beroepsgrond aanvoert niet op. Deze beroepsgrond slaagt dus niet.

Conclusie en gevolgen

13. De staatssecretaris heeft de aanvraag terecht afgewezen als kennelijk ongegrond. Het beroep is ongegrond. Dat betekent dat eiser geen gelijk krijgt. Eiser krijgt geen vergoeding van zijn proceskosten.
1. ABRvS 4 januari 2024, ECLI:NL:RVS:2024:16.
2 Rechtbank Den Haag (zp Haarlem) 22 december 2023, ECLI:NL:RBDHA:2023:20849.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door mr. G.P. Loman, rechter, in aanwezigheid van mr. M.M.A.F.C. Lienaerts, griffier.
De uitspraak is uitgesproken in het openbaar en bekendgemaakt op:
26 april 2024

Documentcode: [Documentcode]

Informatie over hoger beroep

Een partij die het niet eens is met deze uitspraak, kan een hogerberoepschrift sturen naar de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State waarin wordt uitgelegd waarom deze partij het niet eens is met de uitspraak. Het hogerberoepschrift moet worden ingediend binnen 1 week na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. Kan de indiener de behandeling van het hoger beroep niet afwachten, omdat de zaak spoed heeft, dan kan de indiener de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State vragen om een voorlopige voorziening (een tijdelijke maatregel) te treffen.