ECLI:NL:RBDHA:2024:7137
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Onrechtmatige bewaring en schadevergoeding in vreemdelingenrechtelijke procedure
Op 8 maart 2024 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid aan eiser de maatregel van bewaring opgelegd op grond van de Vreemdelingenwet 2000. Eiser heeft hiertegen beroep ingesteld, waarbij hij ook schadevergoeding heeft verzocht. De rechtbank heeft eerder op 4 maart 2024 al een uitspraak gedaan over de rechtmatigheid van de maatregel. Tijdens de zitting op 7 mei 2024 is de situatie van eiser besproken, waarbij de gemachtigden van zowel eiser als de staatssecretaris aanwezig waren.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de maatregel van bewaring sinds 26 maart 2024 onrechtmatig is, omdat er geen zicht op uitzetting binnen redelijke termijn is. Eiser was gedurende een langere periode niet aanspreekbaar, wat de staatssecretaris niet kon weerleggen. De rechtbank concludeert dat de maatregel van bewaring niet langer gerechtvaardigd is en beveelt de opheffing ervan met ingang van 7 mei 2024. Tevens kent de rechtbank een schadevergoeding toe voor de onrechtmatige vrijheidsontneming van twee dagen, ter hoogte van € 200,-.
De rechtbank veroordeelt de staatssecretaris ook in de proceskosten van eiser, die zijn vastgesteld op € 1.750,-. De uitspraak is openbaar gemaakt en er staat geen rechtsmiddel open tegen deze beslissing.