ECLI:NL:RBDHA:2024:7168
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing van een aanvraag om zorg op grond van de Wet langdurige zorg (Wlz) door de Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 14 mei 2024 uitspraak gedaan in het beroep van eiser tegen de afwijzing van zijn aanvraag om zorg op grond van de Wet langdurige zorg (Wlz). Eiser, geboren in 1965, heeft een schizotypische persoonlijkheidsstoornis en lijdt aan verschillende fysieke klachten, waaronder lumboradiculaire pijn en dyslipidemie. Op 27 juli 2022 diende hij een aanvraag in voor zorg, die op 4 oktober 2022 door verweerder werd afgewezen. Dit besluit werd in het bestreden besluit van 11 september 2023 gehandhaafd, waarop eiser beroep instelde.
De rechtbank heeft de zaak op 2 april 2024 behandeld. Eiser betwistte de zorgvuldigheid van het medisch advies dat aan de afwijzing ten grondslag lag. De medisch adviseur concludeerde dat er geen blijvende behoefte aan 24-uurs zorg was, en dat de zorgbehoefte kon worden opgevangen door planbare zorg. Eiser voerde aan dat het medisch advies gebrekkig was en dat er onvoldoende onderzoek was gedaan naar zijn situatie.
De rechtbank oordeelde dat de medisch adviseurs zorgvuldig te werk waren gegaan en dat er geen noodzaak was voor 24-uurs zorg. De rechtbank concludeerde dat het bestreden besluit zorgvuldig was genomen en voldoende gemotiveerd was. Eiser kreeg geen griffierecht terug en ook geen vergoeding van proceskosten. Het beroep werd ongegrond verklaard.