ECLI:NL:RBDHA:2024:7173
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen niet-tijdig beslissen op asielaanvraag en rechtsgeldigheid verlenging beslistermijn
In deze zaak heeft eiser op 9 december 2023 beroep ingesteld tegen het niet-tijdig beslissen op zijn asielaanvraag, die op 14 maart 2023 was ingediend. De wettelijke beslistermijn van zes maanden zou eindigen op 14 september 2023. Echter, de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid heeft de beslistermijn verlengd met negen maanden door de inwerkingtreding van de WBV 2023/3, waardoor de nieuwe einddatum op 14 juni 2024 ligt. De rechtbank heeft geoordeeld dat de staatssecretaris voldoende aannemelijk heeft gemaakt dat er op het moment van de inwerkingtreding van de WBV 2023/3 sprake was van een situatie die de verlenging rechtvaardigde, zoals bedoeld in artikel 42, vierde lid, van de Vreemdelingenwet. Hierdoor is de verlenging van de beslistermijn rechtsgeldig verklaard.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de ingebrekestelling van eiser, die op 14 november 2023 was ingediend, te vroeg was, aangezien de beslistermijn op dat moment nog niet was verstreken. Dit leidde tot de conclusie dat het beroep van eiser tegen het uitblijven van een besluit op zijn asielaanvraag niet-ontvankelijk is verklaard. De rechtbank heeft ook aangegeven dat er geen aanleiding is voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door rechter mr. J.F.I. Sinack, in aanwezigheid van griffier N.A. D’Hoore, en is openbaar gemaakt via geanonimiseerde publicatie op de website van de rechtspraak.